maandag 8 april 2024

 

BEWAKINGSNIVEAU TE WERVE OMHOOG?

Het gebeurt maar weinig dat we spontaan een foto krijgen toegestuurd. Meestal weten we direct van wie en wat het precies voorstelt. Soms kost het behoorlijk wat moeite om erachter te komen. Zoals in dit geval. In de onderstaande tekst leiden we u langs enkele gedachten die in ons opkwamen.

Beveiligingsniveau verhoogd?

Tja, dat was de eerste gedachte! Niet zo verbazingwekkend. Te Werve is een gebied vol schatten. En je leest – zeg nou zelf – tegenwoordig de meest wilde dingen die mensen doen.

Kijk bovendien eens naar de foto: de één heeft een onschuldig lijkende hark in zijn hand, maar dan heb je de tanden nog niet gezien. De ander heeft niets minder dan een zware bijl in de vuisten. Kan alles kort en klein slaan: één verkeerd woord en je bent de sjaak!

We werden pas gerustgesteld toen iemand ons vertelde dat de schatten van Te Werve bestaan uit schitterende bloemen, struiken, paden en een kasteel. Voor ons kostbaarheden, maar op dark websites kun je zulke zaken niet vinden! Gelukkig maar!

Dolende bejaarden?

Dan moet er dus wat anders aan de hand zijn. Grote kans dat het dolende bejaarden zijn. Rondje gelopen op Te Werve en gelijk al de weg kwijt! Zou ons niet verbazen. Hoe meer oudere mensen er zijn en hoe ouder ze worden, des te groter de kans op eigenaardige typetjes. Zo is’t maar net. Waarom ze met bijl en hark op pad zijn gegaan is ons niet direct duidelijk, maar ja, het zijn niet voor niets dolende bejaarden.

Hmm, toch een beetje eigenaardig.

Gezellig praatje?

Het kan ook heel wat anders geweest zijn: twee vaste bezoekers zijn elkaar hier toevallig tegengekomen en kletsen even bij. “Goh, jíj hier, da’s lang geleden! Hoe heet je ook alweer?” Helemaal niets vreemds aan, gebeurt veel vaker op Te Werve. En toevallig is er sinds kort een gerieflijk bankje op die plek gekomen, dus vanzelfsprekend dat je hier even gaat zitten! Bovendien is het uitzicht vanaf deze plaats fantastisch. Het zou ons niet verbazen als iemand er een fotootje van heeft gemaakt.

Een beeldengroep?

Ja, kan ook nog: een beeldengroep. “Rustende reizigers”, in brons gegoten. De feestelijke onthulling met muziek en vlagvertoon moet nog plaatsvinden, maar het transportbedrijf heeft het beeld alvast neergezet. Wat een goed initiatief! Een kunstwerk om het terrein nóg mooier te maken. Culturele verrijking te midden van de prachtige natuur. En moet je die koppen zien. Levensecht! Alsof je ze zó op straat tegen zou kunnen komen.

Nou……ech nie!

Terwijl wij in het Koetshuis – onderdak voor de vrijwilligers na zwoegen en ploegen  - rustig door fantaseerden over deze foto kwam de zaagploeg van Te Werve net binnen: de onverschrokken mannen met hun motorzagen, gehoorbeschermers, beschermbrillen, helmen, veiligheidsbroeken, touwen, haken, kettingen én…. een hark en een bijl. “Hé laat’s zien, geinige foto van Henk en Aad!”


                                            Foto Harold Planting

Blijkt dat we zitten te kijken naar een intieme familiefoto van de broertjes Aad en Henk, 83 en 91 jaar. Ruim anderhalve eeuw ervaring. Net terug van de jaarlijkse zaagronde over het terrein. Zweet op de rug, houtsnippers op de kleren.

Maar best wel uitgerust: ze hadden effe uitgepuft op het nieuwe bankje achter op het terrein!

Het werd nog héél gezellig.


maandag 25 maart 2024

EEN ROOD RAADSEL

Het is  één van de eerste dagen dat ik als vrijwilliger aan de slag ga op het landgoed Te Werve. Een collega vrijwilliger wijst me op een klein rood iets tussen het groen en het losliggende hout. 

Ik ben opgetogen, heb dit nog nooit gezien en vraag me af wat het is. Van verschillende kanten krijg ik namen te horen als bekermos en rood bekertjesmos. Dus ik op zoek in diverse apps en in Google. Prachtige foto’s kom ik tegen van diverse soorten bekermos maar er zit niet iets tussen dat lijkt op wat ik daar op Te Werve heb gezien.

Gewapend met mijn mobiele telefoon opnieuw op pad om het wonderschone rode zwammetje op te zoeken en een foto te nemen. Ik hoop dat het er nog staat en dat ik de plek terug kan vinden. 

En ja… de app obsidentify herkent het als de Rode kelkzwam sl, incl. Krulhaarkelkzwam.

Mysterie opgelost?

De rode kelkzwam of Sarcoscypha coccinea, soms ook rode bekerzwam of vermiljoenbekerzwam genoemd is een paddenstoel die voorkomt in loofbossen en parken vermeldt Wikipedia. De rode kelkzwam is te vinden op vochtige, voedselrijke grond vaak op mos of op verterend hout. Eind twintigste eeuw stond deze nog als zeldzaam te boek maar sinds 2010 komt deze kelkzwam vrij algemeen voor.

‘De zwam kan 1 tot 5 centimeter groot worden. Aan een dunne en taaie tot 2 cm lange witte en viltige steel bevindt zich een soms ingedeukte of ingesneden kelkachtige bol. In aanvang is deze nog bijna gesloten. De kleur van de gladde binnenkant is fel rood. De van een korte franje voorziene bovenrand is bleek. Aan de buitenzijde is de zwam dun witviltig met bij het verouderen vaak kale plekken. De kleur van de binnenzijde schemert er duidelijk doorheen. 

Er worden ook albino's en tussenvormen gevonden. De geur van de zwam is onopvallend.’

‘Bronnen spreken elkaar tegen over de eetbaarheid van de soort.(…) De zwam wordt in Scarborough [een plaats in het Engelse graafschap North Yorkshire] gebruikt als tafelversiering, samen met mos en takjes.’ 

‘Behalve de rode kelkzwam is er de krulhaarkelkzwam(Sarcoscypha austriaca) die ongeveer even vaak en op dezelfde plaatsen voorkomt. De twee soorten zijn alleen onder een microscoop van elkaar te onderscheiden.’

Dus nu weet ik nog niet zeker welke van de twee ik heb gezien…


IG 08-03-2024



maandag 4 maart 2024

 

DOE JE MEE, DOE JE MEE, SCHELPEN ZOEKEN LANGS DE ZEE?

Wie kent ze niet, de woorden van de dichter Hans Andreus? Zon, zee en schelpen. Zo’n weldadige combinatie. Wandelen op een schelpenpad, uitrusten op een zonnig plekje, genieten van de natuur.

Het kan vanaf nu allemaal weer, op Te Werve.

De asfaltpaden zijn vervangen door schitterende schelpen. Romantisch slingert het paadje zich langs het rimpelloze Meer, waar meerkoeten en reigers hun plek verdedigen tegen de brutale nijlganzen en de luid gakkende Canadese ganzen. Overal lopen struiken en bomen uit, ze geven nog meer kleur aan de gazons waar krokussen en fresia’s nu de show stelen. Merels en koolmezen zorgen voor de begeleidende muziek, op de maat van de roffels die de spechten laten horen.

Tja…. voorjaar en zomer komen er echt aan!

Wie Te Werve regelmatig bezoekt zal het ongetwijfeld al weten: het afbrokkelende asfalt is afgevoerd. Het werd niet alleen slecht waardoor je er gemakkelijk over struikelde, maar het bleek ook PFAS te bevatten. Weg met die rommel. In plaats daarvan zijn er schelpen gekomen. De werkzaamheden zijn nog niet klaar; de vervanging gebeurt in twee of drie grote slagen, waarvan de eerste nu is afgerond. Er zijn al elf vrachtwagens van elk 40 ton aangevoerd en uitgereden. In het najaar komen er nog eens veertien vrachtwagens met zo’n lading. Dan wordt het werk verder aangepakt.

En wat komt er nu dan te liggen? Kleischelpen, bruine kleischelpen. Een natuurproduct bij uitstek,

opgevist uit het water. Kleischelpen? Ja, deze schelpen zijn met aanhangende klei gewonnen uit zee. De klei is er niet uitgewassen. Dat heeft het grote voordeel dat het materiaal na een paar maanden zó is ingeklonken en aan elkaar gehecht dat het een stevig bodempakket oplevert. Eerst dus nog een beetje los en glibberig, daarna een prachtig en hard wandelpad. Het wordt op allerlei plaatsen in Nederland al langer gebruikt voor wandel- en zelfs fietspaden (maar fietsen op Te Werve: niks ervan!).

Kleischelpen, door kenners ook wel “vette schelpen” genoemd, zijn er in verschillende kleuren. Op Te Werve liggen bruine exemplaren, maar blauwe komen elders ook veel voor. Het verschil? De plek waar ze gedolven worden. De kleur is namelijk afhankelijk van het sediment in de bodem. Zit daar zwavel in, dan kleuren de schelpen blauw. Zit er ijzerhoudend sediment in de bodem dan worden de schelpen bruin. Maar gelig of meer rood kan ook.

De blauwe schelpen komen uit de Waddenzee, de bruine uit de Noordzee.

Het effect van de klei is in beide gevallen hetzelfde: de kalk van de schelpen en de aanhangende klei gaan een verbinding met elkaar aan. Dat zorgt voor het ontstaan van een harde laag.

Het winnen van schelpen (en zand) mag niet zomaar! Wie grote hoeveelheden uit het water wil halen moet daarvoor vergunning krijgen van Rijkswaterstaat. Dat moet gepaard gaan met een Milieueffectrapportage (MER).

Dat is de meeste gevallen geen probleem. De schelpenwinning is een flinke industrie geworden. Maar, u voelt ‘m al aankomen, voor de Waddenzee ligt dat toch een beetje anders. Verderop in de Noordzee mag je flink uit de bodem scheppen: prima, dan is er meer ruimte voor het water. Maar in de Waddenzee is dat gevoelig: het is Werelderfgoed en bijna elk deel van de Waddenzee is beschermd natuurgebied. Met strenge regels en beperkingen als gevolg.

In het “DOELENDOCUMENT, behorend bij het Uitvoeringsprogramma Waddengebied 2021-2026. Agenda voor het Waddengebied 2050. Versie februari 2023”, lezen we zelfs als één van de doelen:

“Schelpenwinning in de Waddenzee is beperkt tot maximaal 90k m3 per jaar. Voor 2024 is onderzocht of het wenselijk en mogelijk is de schelpenwinning in de Waddenzee en de Noordzeekustzone af te bouwen en alternatieven te benutten op andere locaties. In dit onderzoek wordt ook de invloed van schelpenwinning op de zuurgraad van de Waddenzee meegenomen”.

Kortom: blauwe schelpen worden schaars en steeds moeilijker te krijgen. De toekomst is aan de bruine schelp. De schelpenpaden op ons terrein laten zien hoe mooi dat natuurproduct past in de weelderige natuur van Te Werve! Dit project wordt mede mogelijk gemaakt door Provincie Zuid-Holland.

Mvl04032024

 

 

 

 

 

 

maandag 12 februari 2024

 

NOU WEER DIT, DAN WEER DAT

Op een terrein van 26 ha gebeurt altijd wel wat. Soms waait er een boom om door storm, dan weer blijft het wekenlang droog en warm. Altijd wel wat. Ook invloeden van buiten kunnen ons druk bezighouden. Zo worden we wel lastiggevallen door de Amerikaanse rivierkreeft die door heel Nederland kruipt en Te Werve niet overslaat. Of neem de Japanse Duizendknoop die het kopje probeert op te steken. Zulke dingen gebeuren niet alleen nu, maar ook in het verleden. Een goed voorbeeld wordt beschreven in het onderstaande verhaal. Het zat in één van de archiefmappen van de Natuur- en Cultuurhistorische Vereniging Te Werve. Geen naam (maar zeer vermoedelijk van Bart Tent), het jaartal is waarschijnlijk 1978, dus 46 jaar geleden. Leuk geschreven en daarom hier onverkort  geplaatst.

“Te Werve is in de loop der jaren bezocht door en aantal plagen. We hebben u al eens verteld over de witte mieren, die in het clubhuis gekomen waren via de hutkoffers van de Indië-gangers. Een ander voorbeeld is de nijlganzenplaag die heden ten dage aan de orde is. Elke plaag had haar eigen problemen, maar allemaal waren ze moeilijk te bestrijden en langdurig van aard.

Dat gold ook de spreeuwenplaag, die rond 1978 het landgoed Te Werve geteisterd heeft, het woord geteisterd wordt in dit verband niet ten onrechte gebruikt.

Iedere namiddag werd de lucht boven Te Werve verduisterd door, naar men zei, meer dan een millioen spreeuwen. De vogels hadden de hele dag, in grote groepen, op weilanden buiten Rijswijk naar voedsel gezocht, o.a. insecten, slakken etc. ’s Avonds werd er verzameld op het voetbalveld op Te Werve, daar vandaan zochten de spreeuwen de slaapplaatsen op. De slaapplaatsen waren toen op het landgoed, de vogels gaven de voorkeur aan groenblijvende bomen, zoals spar, taxus en lariks.

De vogels overnachtten vooral in bomen naast de oranjerie, naast het koetshuis en bij de verharde tennisbanen. De bomen en de grond eronder waren wit van de uitwerpselen, de stank die de uitwerpselen verspreidden waren, vooral bij vochtig weer, ondragelijk voor iedereen die maar in de buurt kwam. Er lag een centimeters dikke laag spreeuwenpoepjes op de grond, ook hier gold het gezegde vele kleintjes maken één grote.

Foto spreeuwen met dank aan Wijkbelang Westeinde

Iedereen die ‘s avonds voorbijkwam, als de vogels hun nachtverblijf hadden opgezocht, had kans dat zijn jas naar de stomerij moest. Bezoekers van de afdeling Bridge, die vanaf de parkeerplaats naar het clubhuis liepen, hielden met één hand hun neus dicht en met de andere hand een paraplui omhoog.

Bleef nog over het enorme gekwetter van de vogels, maar dat was nog het minst erg.

Geen tak van de bomen was onbezet, in een dichte massa zaten de vogels in de bomen, die veel schade ondervonden van de scherpe uitwerpselen van de vogels. Ook was er schade door afgebroken takken. In Delft zijn op een spreeuwenslaapplaats gave takken met een doorsnede van 15 cm afgebroken. Met schatte dat er minstens 1000 spreeuwen op één zo’n tak gezeten hadden. Een aantal bomen op Te Werve heeft het niet overleefd en moest gekapt worden. Het heeft lang geduurd voor er ter plaatse weer iets groeide. Er is van alles geprobeerd om de vogels weg te jagen, o.a. door geknal met jachtgeweren en met een tuinderskanon. Maar steeds kwamen de vogels na korte tijd terug, de brutale spreeuwen raakten aan alles gewend. Ook is er een bandopname gemaakt van een spreeuw die stiekum geknepen werd, versterkt afdraaien van de angstkreten van deze spreeuw mocht ook niet baten. Er kwam nog hulp uit onverwachte hoek, er verschenen plotseling een aantal ransuilen op Te Werve. Het sorteerde nauwelijks effect, de spreeuwen sloegen niet op de vlucht en ook een ransuil kan zijn maag maar één keer vullen.

Na drie jaar hebben de spreeuwen, op even onverklaarbare wijze als ze gekomen waren, het landgoed weer verlaten. Op Te Werve kon men weer opgelucht adem halen, dat had jarenlang niet gekund”.

Tja, mooi verhaal. Het roept ook vraagtekens op: waarom zien we nu zo weinig spreeuwen? Een aantal ransuilen, waar zijn ze?

En “spreeuwtje knijpen”, dat doen we sindsdien al niet meer.

Mvl120224   


maandag 8 januari 2024

 

HENK

Henk is langs geweest. Neen, niet ónze Henk. Ja, die ook - Henk van de houtzaagploeg - maar hier gaat het over een andere Henk.

Nou, dat hebben we geweten! Overal heeft ie z’n sporen nagelaten. Ook bij ons.

Het KNMI en NOS hadden het er maar druk mee: ze kleurden het land in met code geel en oranje. “Henk”, aldus de NOS, “was de eerste storm van 2024. Onder meer in IJmuiden en Vlissingen werd ruim een uur lang gemiddeld windkracht 9 gemeten. Het KNMI waarschuwde voor lokaal zeer zware windstoten. Ook werd gevreesd voor wateroverlast”. We zijn wel wat gewend, maar wind en regen waren dit keer wel heel erg overvloedig aanwezig. Losgewaaide gevels, uitgerukte bomen en plassen, grote plassen water. De velden van de Tennisvereniging stonden grotendeels onder water, op de paden van Te Werve kon je overal grijze luchten weerspiegeld zien. Op Schiphol, vertelde NH Nieuws, viel de hinder mee. Daar is niet iedereen het mee eens. Mijn buurman, bijgekleurd tijdens een zonnig weekje Malaga, zag nog bleker dan toen ie vertrok, nadat de piloot het vliegtuig bij terugkomst twee keer moest doorstarten en pas bij de derde poging het toestel onder gejuich en applaus aan de grond kreeg. Soit. 

Duidelijk is dat het stormseizoen 2023-2024 open is. Een storm waarvoor het KNMI waarschuwt met code oranje of rood, krijgt een naam. Met die namen probeert men duidelijk te maken dat het gaat om een serieus gevaar. Heeft een storm een naam, dan gaat het dus uitdrukkelijk niet om een zomerbriesje. Kortom: meubilair vastzetten, de was binnen halen, ramen en deuren dicht. Het KNMI werkt daarbij samen met de weerdiensten van het Verenigd Koninkrijk en Ierland. Nederland heeft dus ook een deel van de stormnamen bepaald: zoals de namen Gerrit en Henk. Die stormen hebben we inmiddels gehad. Maar wees gerust: de namen van de volgende stormen staan al klaar: Isha, Joycelyn, Kathleen, Lilian, Minnie, Nicolas, Olga, Piet, et cetera, tot Walid aan toe (website KNMI).

Op Te Werve heeft Henk zoals gezegd flink huisgehouden. Grote en kleine bomen waren het slachtoffer. Zoals een grote oude woudreus die dwars over het Laantje van Kort is gaan liggen. Alle hulde aan de vrijwilligers die binnen de kortste keren aan de slag gingen om de paden weer toegankelijk te maken. De zaagploeg stond met vier gierende motorzagen paraat. Een hele klus: de boom moet namelijk helemaal aan stukjes worden gezaagd om het hout uit het bos te kunnen halen.

          

 

Daarbij doen zich twee vragen voor: hadden we vooraf kunnen voorzien dat die bomen zouden omvallen bij forse wind? En: gaan we dit met de klimaatverandering vaker meemaken?

Wat de eerste vraag betreft: elk jaar lopen we rond en bekijken we het bomenbestand. Wat is goed, waar dreigen grote takken af te vallen? Bij de vraag of een boom om moet spelen diverse vragen: wat is het risico voor bezoekers als ie omgaat of als de tak afbreekt? Welke schade richt de boom aan als ie omvalt (andere bomen of takken die afbreken). Is de boom belangrijk voor vleermuizen? Voor spechten? Sommige van die vragen zijn snel en simpel te beantwoorden, andere vragen overweging en afweging. Een boom kan er onberispelijk uitzien en toch slecht zijn. Maar ook: elk seizoen is er veel zaagwerk. En het zaagseizoen duurt maar tot half maart (vanwege de vogels). We moeten dus bepalen wat het belangrijkste is. Kortom, zo eenduidig is het niet. Aan de omgevallen woudreus was van buiten af niet te zien dat ie slecht was en kon omvallen.

Dan de vraag of we meer van zulke stormen kunnen verwachten door klimaatverandering. “Neen”, zegt het KNMI en niet voor het eerst. “De kans op stormen wordt niet groter door klimaatverandering”…”Klimaatmodellen laten voor de toekomst geen toename zien van de windsterkte. De waarnemingen laten een afname van de wind zien in het binnenland. Deze afname komt deels door de verruwing van het landschap: meer gebouwen remmen de wind af”.

Kan dan straks eindelijk de rust op het terrein terugkeren? Niks ervan: het asfalt is op veel plaatsen versleten en moet worden verwijderd. Er komen kleischelpen voor terug. Nog even afzien dus….    

MvL5-1-2023       

Foto motorzagers: Ruud Driessen

 

 

maandag 18 december 2023

 

BOMEN DIE RESPECT VERDIENEN

Oh dennenboom, oh dennenboom….. dat kennen we allemaal. Mooi liedje; een beetje eigenaardig want bijna alle kerstbomen zijn……sparren. Maar een kniesoor die daarop let.

Het laat wel zien dat een boom betekenis voor ons kan hebben, mensen kan aanspreken, respect kan afdwingen.

Er is nog zo een boom, minder bekend, maar met een reputatie die niet onder doet voor de kerstboom: de Ginkgo Biloba. Ook die staat op Te Werve1.

De Ginkgo, vaak genoemd, altijd een beetje mysterieus gebleven. Geen van oorsprong Nederlandse boom; hij stamt waarschijnlijk uit China, maar bereikte ons via Japan. Her en der wordt de boom ook wel de heilige tempelboom of Japanse notenboom genoemd.

Aan extracten van de boom, de bladeren of de noten worden wel geneeskrachtige werkingen toegeschreven. Maar laten we terugkeren naar Moeder Aarde: dergelijke medicinale krachten zijn nog nooit onomstotelijk aangetoond in wetenschappelijk onderzoek. Voor dat heilige karakter is ook wel een verklaring: in Japan worden vele goden verondersteld. Die wonen niet in de hemel maar kunnen overal zitten: in bomen, bergen, stenen, in de natuur dus. Dat is zeker één van de redenen dat Japanners zo omzichtig omgaan met hun natuur: er kan een godheid in gehuisvest zijn!

Laten we ons buiten dit soort discussies en theorieën houden. De Ginkgo is al bijzonder genoeg. Dat blijkt al direct bij het blad, of is het wel een blad? Zijn het naalden? De boom zit tussen beide in! Een zeldzaamheid.

De blad/naaldvorm is een belangrijke reden voor z’n artistieke karakter: hoe vaak is niet de vorm van het blad gebruikt in sieraden?

Het dubbelzinnige van de boom heeft Johann Wolfgang von Goethe ruim 200 jaar geleden verleid tot een prachtig sonnet voor zijn geliefde2:



Dieses Baums Blatt, der von Osten

Meinem Garten anvertraut,

Gibt geheimen Sinn zu kosten,

Wie's den Wissenden erbaut.

Ist es ein lebendig Wesen,

Das sich in sich selbst getrennt?

Sind es zwei, die sich erlesen,

Dasz man sie als Eines kennt?

Solche Frage zu erwidern,

Fand ich wohl den rechten Sinn:

Fühlst du nicht an meinen Liedern,

Dasz ich Eins und doppelt bin?

 

Zie dit kleinood in mijn gaarde, Boomblad uit de oriënt.

Siert met zijn geheime waarde, Ingewijden wel bekend. 

Leeft het als een enkel wezen, Innerlijk in twee gedeeld?

Of vormt juist het uitgelezen Tweetal één herkenbaar beeld? 

Langzaam rijpende ideeën, Werpen op die vragen licht.

Voel je niet dat ik in tweeën, Eenling ben in mijn gedicht?


De boom is ook in Japan legendarisch: zes exemplaren hebben de atoomaanval in Hiroshima overleefd en staan daar nog steeds…. een boom die respect afdwingt.

Mvl17122023

1 Op Te Werve staan enkele Ginkgo’s bij elkaar, op het gazon vlak voor het landhuis. Je herkent ze aan de gele blaadjes op de grond.

2 Het gedicht komt uit Goethes Suleika. De vertaling is van Mimi Laman.

 

                                         

 

maandag 4 december 2023

 

WEG IS WEG………OF TOCH NIET?

We zijn een keurig volkje. Altijd de rommel die overblijft netjes opruimen. Geen schillen of patatzakken op het terrein. Gewoon verwijderen die rommel. Doe je thuis toch ook?

Jaja, zo zijn we. Zeker weten? Nou, daar valt nog wel wat over te zeggen. Niet over de snippers en de schillen. Neen, we praten hier over grotere zaken. En niet zo’n klein beetje groter. Vandaag de dag zouden we het schaamrood op de kaken krijgen. Waar hebben we het over?

In mei 1940 wordt ons land ernstig bedreigd met oorlogsgeweld.

Op een stuk grond van Te Werve – verhuurd aan Piet Kruyf - komt afweergeschut te staan. Vliegveld Ypenburg wordt bedreigd dus dat moet worden verdedigd. De luchtdoelbatterij wordt royaal voorzien van granaten. Maar Nederland wordt binnen de kortste keren bezet en het leger capituleert, heel begrijpelijk.

Vanuit de legerleiding komt het bevel de wapens onklaar te maken. Dat gebeurt met mokers. De kisten met munitie worden op wagens geladen en in het Meer gedumpt.

Shell had destijds op Te Werve nog flinke stapels documenten en tekeningen die ze te laat in veiligheid hadden gebracht: ze hadden de boot naar Engeland gemist. Geen nood: bij elkaar binden, inpakken in postzakken en het zaakje in het Meer laten afzinken. Dat gebeurde op 14 en 15 mei 1940. Maar ja, papier is lichter dan water, dus hier en daar kwam een pakket vrolijk bovendrijven. Om de pakken te verzwaren werden er nog wat overgebleven granaten bijgestopt. En hup: alsnog het Meer in!

 In de tijd dat de SS-ers op het park waren hadden ze af en toe wel zin in een verzetje: hup, daar gingen nog wat granaten in het water om de vissen dood in het water te laten drijven. Kon je ze makkelijker vangen.

 De geallieerden hebben Te Werve diverse malen bestookt met hun Spitfires. Het doel was het Landhuis met daarin de militaire bezetters. Er zijn heel wat bommen en granaten neergekomen, maar het Landhuis is niet geraakt. Wel de tamme kastanje en de oude tuinmuur. De sporen daarvan zijn nog steeds te zien. En ongetwijfeld is er heel veel munitie terecht gekomen in: het Meer.

Dan zijn we er nog niet: Abel Labouchere was een chique en zeker niet onvermogende man. Toen zijn dochter Cornélie Jacqueline in 1914 in het huwelijk trad werd zij heel deftig vanaf het Landhuis van Te Werve naar de Oude Kerk in Oud Rijswijk gereden in de prachtige eigen auto van haar vader: een DelaHaye model 440.  Maar ja, zo’n auto blijft niet altijd meegaan. Toen in 1916 een deel van de gracht rondom het Landhuis werd gedempt, werden eerst grote delen van de landaulette erin geduwd. Zand erover, klaar is Kees.

Zou het echt zo zijn? Kun je zulke dingen gewoon afdanken door ze in het Meer of in de slotgracht te gooien? “Wat je niet ziet dat is er niet”?

Nee dus. De aap komt altijd uit de mouw.

Laten we het rijtje nog eens langslopen. De nazi’s waren nog maar nauwelijks gearriveerd of ze zagen toch wat glinsteren in het heldere water van het Meer.

Geen vergissing mogelijk: munitie. Een duiker trok een stevig duikpak aan en nam een leiding met zuurstof mee. Heel voorzichtig deed ie de munitie in zandzakjes en nam het mee naar boven. Maar…. hij zag onder water ook postzakken! Ook die werden bovengehaald. De inhoud werd – we spreken over mei 1940 – in het zonnetje te drogen gelegd. Nou goed, dat was in ieder geval het Meer uit.

Maar niet alles werd verwijderd! Tuinlieden en jongens wisten dat er méér lag. Die jongens, die veel in het Meer zwommen, doken granaten op, haalden de koppen eraf en rolden met de kardoezen over de betonnen rand van het zwembad. Gaf een lekker geluidje, alsof het gillende keukenmeiden waren. Je moet er toch niet aan denken!

Daarmee hield het nog niet op. Op 26 november 1949 “ontdekte een der tuinlieden dat er in het Te Werve-meer talloze granaten van diverse kalibers lagen”. 1  Drie dagen later was er een ploeg soldaten om het gevaarlijke spul uit het water te halen en definitief op te ruimen. Twee maanden later berichtte het blad Olie dat het ging om “ongeveer 250 granaten, waaronder mortier- en vliegtuiggranaten, vele geweer- en karabijnpatronen, dozen met slaghoedjes, handgranaten en zelfs een normaalfilm in een cassette, die uit het meer van Te Werve werden opgevist tot eind december 1949.

Want de Hulpverleningsdienst van het Departement van Binnenlandse Zaken heeft haar werk grondig aangepakt”.

Gelukkig bleven we er wel nuchter onder: “de Rijswijkse mosselen, waarmede de granaten grotendeels waren bedekt, worden thans bij opbod verkocht”. Andere tijden, zullen we maar zeggen.

 


(Samengestelde) Foto uit bijlage Olie, februari 1950. Fotograaf onbekend.

Maar nog was het werk niet klaar: “In 1983 is er opnieuw naar wapentuig gezocht in het Meer van Te Werve. Een duikploeg van de marine heeft toen in de directe omgeving van de zwemplaats naar wapens gezocht en nog vele granaten boven water gehaald.

Er is dus een aantal keren in het meer gezocht naar wapentuig. Vooral veel granaten werden boven water gehaald, men verbaasde zich er wel over dat de koperen hulzen ontbraken. Jaren later is bekend geworden dat de koperen hulzen al in de eerste jaren na de oorlog zijn opgevist. Een aantal jongelui had ontdekt dat er veel granaten in het meer lagen, die meestal rechtop stonden. Er werd een lange pijp gemaakt met een grijparm waarmee de granaten uit het meer werden getild. De koppen van de granaten werden eraf gehaald en in het diepste deel van het meer teruggegooid. Deze zijn bij het latere zoeken naar wapens teruggevonden en uit het meer gehaald”

Sindsdien zijn er gaan meldingen meer geweest. We gaan ervan uit dat het Meer nu vrij is van dit soort tuig.


Foto onderdelen Delahaye.

En de Delahaye? Ook dat verhaal heeft een staartje. Toen Shell het terrein verliet zijn de sportaccommodaties verwijderd en is het terrein in oude staat teruggebracht. De slotgracht is weer gedeeltelijk open gegraven. En wat kwam er tevoorschijn: koplampen, een uitlaatdemper en meer onderdelen van de Delahaye! Nou, die hebben een plaatsje gekregen in het Koetshuis. Daar staan ze uitgestald in wat we met een veel te groot woord “Het Museum” noemen.

Opgeruimd staat netjes, laten we het daar maar op houden.

1 Bijlage “Olie” bij blad Shellpersoneel, februari 1950 

2 Uit Bart Tent, Landgoed en vereniging Te Werve in de Tweede Wereldoorlog compleet. Ongepubliceerd.

MvL 27112023