woensdag 24 mei 2023

 

DE BITTERBALLEN VAN TE WERVE

Journalisten en scholieren hebben het maar makkelijk vandaag de dag: ze laten hun stukkies gewoon schrijven door CHAT-GTP. Met kunstmatige intelligentie. Daar kan geen menselijke schrijver nog tegenop. Of ligt het toch een beetje anders …….?

We nemen de proef op de som en laten deze blog schrijven door CHAT-GTP. Oordeel zelf!

De vragen - vetgedrukt en onderstreept - zijn door ons gesteld. “Niet al te moeilijk”, dachten we nog. De antwoorden zijn letterlijk van CHAT-GTP.

Wat is er mooi aan Te Werve Rijswijk?

Te Werve in Rijswijk heeft veel mooie eigenschappen. Het landgoed is bijvoorbeeld prachtig gelegen in een groene omgeving, wat zorgt voor een rustige en serene sfeer. De historische gebouwen op het landgoed hebben ook veel karakter en charme, en zijn goed onderhouden. Daarnaast biedt Te Werve verschillende mogelijkheden voor evenementen, zoals bruiloften, bedrijfsfeesten en andere bijeenkomsten. De combinatie van natuur, geschiedenis en mogelijkheden maken Te Werve tot een unieke en mooie locatie in Rijswijk.

Wat is er te doen?

Op Te Werve in Rijswijk zijn er verschillende activiteiten te doen. Zo kun je er heerlijk wandelen en genieten van de prachtige natuur. Ook kun je er verschillende sportieve activiteiten doen, zoals fietsen, hardlopen of yoga beoefenen in de groene omgeving.

Daarnaast is Te Werve een populaire locatie voor evenementen, zoals bruiloften, bedrijfsfeesten en andere bijeenkomsten. Het landgoed biedt verschillende mogelijkheden voor feesten en evenementen, zoals een prachtige orangerie, een koetshuis en diverse tuinen en terrassen.

                                        

Hoe zijn de vrijwilligers?

Als AI-assistent heb ik geen persoonlijke ervaring met de vrijwilligers op Te Werve in Rijswijk. Ik kan echter wel vertellen dat vrijwilligers vaak gedreven en betrokken mensen zijn die zich belangeloos inzetten voor een organisatie of doel waar ze achter staan.

Op Te Werve worden vrijwilligers ingezet bij verschillende activiteiten en evenementen, zoals het onderhoud van de tuinen en gebouwen, het begeleiden van gasten bij evenementen, en het ondersteunen van de horeca en keuken tijdens drukke periodes. De vrijwilligers dragen bij aan de gezellige en gastvrije sfeer op Te Werve en leveren zo een waardevolle bijdrage aan de organisatie.

Het lijkt erop dat Te Werve veel waarde hecht aan de inzet van vrijwilligers en dat er een goede samenwerking en waardering is tussen de vrijwilligers en de vaste medewerkers.

Is het er altijd goed weer?

Helaas kan ik niet garanderen dat het altijd goed weer is op Te Werve in Rijswijk, omdat het weer onvoorspelbaar is en kan veranderen. Nederland heeft een gematigd zeeklimaat, wat betekent dat het weer hier vaak veranderlijk is en er het hele jaar door kans is op neerslag.

In de zomermaanden kan het op Te Werve echter wel erg aangenaam zijn om buiten te zijn. Bij mooi weer kun je genieten van de prachtige tuinen en het groene landschap. Ook zijn er verschillende terrassen en zitjes waar je lekker kunt ontspannen en genieten van het zonnetje.

Het kan echter ook voorkomen dat het regent of dat het te koud is om buiten te zijn. Gelukkig biedt Te Werve ook genoeg mogelijkheden om binnen te genieten van de mooie omgeving, zoals in het restaurant of in de historische gebouwen op het landgoed.

Zijn er ook ooievaars op Te Werve?

Ja, het is mogelijk dat er ooievaars te vinden zijn op Te Werve in Rijswijk. Ooievaars zijn in Nederland bekend en komen regelmatig voor in verschillende gebieden, waaronder landgoederen, weilanden en wetlands.

Te Werve is gelegen in een groene omgeving met prachtige tuinen en landschappen, wat aantrekkelijk kan zijn voor ooievaars. Deze vogels zijn vaak te vinden in de buurt van waterrijke gebieden, waar ze voedsel kunnen vinden zoals vis, kikkers, insecten en kleine zoogdieren.

Het is echter belangrijk om te vermelden dat de aanwezigheid van ooievaars op een specifiek moment kan variëren, afhankelijk van migratiepatronen, voedselbeschikbaarheid en andere factoren. Dus terwijl het mogelijk is om ooievaars op Te Werve te zien, is het niet gegarandeerd dat ze altijd aanwezig zullen zijn.

Hoe smaken de bitterballen op Te Werve?

Als AI-assistent kan ik geen persoonlijke smaakervaring hebben. Daarom kan ik geen directe informatie geven over de smaak van de bitterballen op Te Werve in Rijswijk.

De smaak van bitterballen kan echter variëren afhankelijk van de bereidingswijze en de ingrediënten die worden gebruikt. Traditioneel zijn bitterballen een populaire Nederlandse snack gemaakt van een ragout van vlees, meestal rundvlees, die wordt gepaneerd en gefrituurd.

Het beste is om zelf de bitterballen op Te Werve te proeven of reviews te raadplegen van mensen die ervaring hebben met het eten op die locatie. Zo krijg je een beter beeld van hoe de bitterballen smaken op Te Werve.

Nou, dat was CHAT-GTP. Voorzichtig beoordeeld: creatief aan elkaar geknoopte informatie. Sommige dingen kloppen, maar zijn niets zeggend. Andere informatie klopt gewoonweg niet. Ik ga eerst maar even yoga doen en dan een bitterballetje nemen!


Bron: CHAT-GTP mei 2023

Mvl230523

 

 

maandag 8 mei 2023

 

BATAVEN AAN DE BAL

Voetbal op Te Werve. Daar had ridder Jan Ruygrock – eigenaar van Te Werve in het midden van de 15e eeuw - vast en zeker nooit aan gedacht. Maar een balletje kan raar rollen. En zo ontstond deze geschiedenis…..

Voetbal, een arbeiderssport. Nou, dat is maar gedeeltelijk waar. Het klopt dat het voetballen begon bij de fabrieksarbeiders die in hun pauze een beetje wilden ontspannen. Even een balletje trappen. Wie ooit heeft gevoetbald weet hoe dat gaat. Eerst drie tegen drie, zes tegen zes, maar er komt een moment dat je een echte tegenstander wil: de arbeiders van een andere fabriek.

Precies zo ging het bij de medewerkers van de Haagse kantoren van de Bataafsche Petroleum Maatschappij: in de pauze even naar buiten om een balletje te trappen. Maar je wil méér; je zoekt tegenstanders bij andere bedrijven en een veldje om te spelen, waar dan ook. Zelfs in een Haagse duinpan werd gevoetbald. Dan werd er eerst geloot wie “voor en wie na rust tegen de helling op moest spelen”.

Op een gegeven moment leek het de employees toch wel leuker om in vast competitieverband te gaan spelen. Zodoende werd op vrijdagavond 1 september 1916 in het toenmalige Shellkantoor aan de Lange Vijverberg de “Bataafse Voetbalvereniging” opgericht, met in het bestuur de heren C. Sauer, J.W. Faas, J.H. van Millingen en J. Jonker. Bataven aan de bal. Een veld wisten ze ook snel te krijgen, achter “Houtrust” op Scheveningen. Verkleedgelegenheid was er ook: een houten hok waar één elftal net in kon. De tegenstanders moesten er ook nog bij. Wassen? Zeker, in “De Beek”, het watertje op zo’n 50 meter afstand.            


De B.P.M.-ers deden het niet slecht; het eerste seizoen werd er 31 keer gevoetbald: 13 gewonnen, 5 gelijk, 13 verloren. Wie kent ze niet, de helden: Jonker, Faas, Latenstein, Oudshoorn, Botter, Vos, Ravelli, Huguenin.

Maar ja, een drassig veld speelt niet lekker. Jonkheer Loudon en de Gemeente hielpen verhuizen naar een droog terrein op Leimonias op Scheveningen. Met douches, doelpalen met netten en een buffet was dat stukken beter! Er was zelf een “bar-houdster”! Een jaar later al werden de ballen opnieuw ingepakt voor de verhuizing naar een grasveld tegenover het kantoor aan de Carel van Bylandtlaan.

En zo gingen de Bataven de periode 1920-1929 in. Sportieve uitstapjes naar “Stokvis” en “Van Ommeren” in Rotterdam. En een jaarlijkse wedstrijd tussen B.P.M. en een team van Ajax-veteranen. Die wedstrijden werden gespeeld als vóór-wedstrijd van de 1e Klasse ontmoeting Ajax-H.V.V. Met een vrachtauto, gehuurd van “Stokvis” werd het hele gezelschap van spelers en dames naar Groot-Mokum vervoerd. En na de wedstrijd lekker stappen in Amsterdam. 

En toen kwam Te Werve in beeld, aangekocht en ingericht door de Bataafsche als sport- en speelterrein voor het personeel. Met een “juweel van een voetbalveld”.  De Bataafse Voetbalvereniging werd omgedoopt tot H.V.V. Te Werve: Rijswijk als thuisbasis, maar statutair bleef het een Haagse voetbalvereniging.
Het nieuwe, prachtige voetbalveld werd op 23 september 1923 officieel ingewijd met een aantal serie-wedstrijden. Te Werve moest echter in de finale met 3-2 de eer laten aan de v.v. Van Ommeren. Ai, pijnlijk puntje.

Met ingang van het seizoen 1924-1925 ging de club meedoen aan de geregelde competitie van de Haagse Voetbal Bond. Te Werve werd ingedeeld in de 2e Klasse HVB maar het eerste seizoen was nog wel wennen, met matige resultaten.

Te Werve ging op zijn beurt ook weer een keer naar Londen, waar men ditmaal met 3-0 klop kreeg van Lensbury.

Het seizoen 1928-1929 werd onder de leiding van het bestuursduo Jonker en Rogman een succesjaar: kampioen van Afdeling 2 A van de Haagsche Voetbal Bond. Aan het einde van dit seizoen vierde Te Werve haar eerste jubileum (12,5-jarig bestaan) met een grote cabaretavond in de Haagse Dierentuinzaal tegenover het Malieveld. Jan Jonker, de toenmalige voorzitter van Te Werve, schonk de vereniging een clublied.

De jaren 1930 t/m 1939 waren succesvolle jaren voor de club. Er werd – eindelijk – een keer gewonnen van de Engelse Shell-concurrent Lensbury FC. Ook de Belgische Shell-spelers moesten, met 5-1, het onderspit delven tegen Te Werve. De “De Kok”-beker werd in triomf mee naar Nederland gevoerd.

Jubilea en kampioenschappen werden uitgebreid gevierd. Het 15-jarig bestaan weer met een zomertuinfeest met maar liefst 2.000 deelnemers. Een Beierse biertent, overvolle dansvloer, een vrolijke keuken, vuurwerk en een gondelvaart op het meer.  Alsjeblieft, kom daar vandaag de dag eens om!

In juni 1932 werd bij Te Werve voor het eerst een trainer in dienst genomen. Twee jaar later promoveerde de club naar de 1e Klasse van de HVB. Het ging van goed naar beter!

Natuurlijk was het 20-jarig bestaan van de club opnieuw reden voor een gezellig zomertuinfeest.

Vijf jaar later werden de trainingsfaciliteiten verbeterd. Niet alleen ’s zomers, maar voortaan ook ‘s winters werd er getraind, onder het licht van ………oude autolampen.

Vanaf 1939 wierp de oorlog zijn schaduw vooruit. Het ledental liep terug, de nazi’s bezetten een deel van Te Werve, razzia’s en hongerwinter verpestten het sportieve klimaat.

Pas in het seizoen 1945-‘46 kon het spel weer gewoon beginnen. De club groeide snel, er kwamen teams voor jongeren, een echte lichtinstallatie. Kortom: de bal was weer rond en kreeg steeds meer vaart.

Het legendarische voetbalveld is er nog steeds. Nu gekoesterd als prachtig open groen terrein, onderdeel van het fraaie Rijksmonument Landgoed Te Werve. Een balletje kan raar rollen…. 

MvL 08052023

Voor dit artikel is – met toestemming – uitgebreid geput uit de boeiende site www.dehaagsevoetbalhistorie.nl.

De foto is uit 1916, fotograaf onbekend.

 

 

Te Werve 1916 - kopie

maandag 24 april 2023

 

Kom 2e Pinksterdag naar Landgoed Te Werve op de Dag van het Kasteel

Op maandag 29 mei 2023, Tweede Pinksterdag, vindt de Dag van het Kasteel plaats. 20 kastelen, landgoederen en buitenplaatsen in de Zuid-Hollandse Landgoederenzone openen de poorten voor het publiek met een gevarieerd activiteitenprogramma voor jong en oud. Deze landgoederen en buitenplaatsen vormen “Hollands Buiten”, een parelketting van groene, historische locaties tussen Hillegom en het Westland, die het bezoeken meer dan waard zijn.

Activiteit Landgoed Te Werve
Landgoed Te Werve is deze dag (vanaf 10.30-17.00 uur) geopend voor het publiek (normaal alleen voor leden: https://www.vriendenvantewerve.nl/) om heerlijk te wandelen over het prachtige landgoed van 29 hectaren (Van Vredenburchweg 105 Rijswijk). Om 15.00 uur is er voor het Landhuis een gratis roofvogel show.



Neem je familie, vrienden en buurtgenoten mee
Pak je kans om dit erfgoed eens van dichtbij te bekijken en kom samen met je familie, vrienden en buurtgenoten kennismaken met ons interessante en soms verrassende verleden. Zuid-Holland is rijk aan kastelen, landgoederen en buitenplaatsen. Deze bevinden zich nagenoeg allemaal op één lijn tussen het Westland en Hillegom. Buiten deze Landgoederenzone liggen verspreid over de provincie nog een paar landgoederen en buitenplaatsen die meedoen aan de Dag van het Kasteel. Dit jaar kun je in Zuid-Holland maar liefst 22 kastelen, buitenplaatsen en landgoederen bezoeken. 

Erfgoedlijn landgoederenzone
De provincie Zuid-Holland draagt haar kastelen, buitenplaatsen en landgoederen een warm hart toe. Binnen de erfgoedlijn Landgoederenzone wordt jaarlijks aan vele projecten subsidie verstrekt voor behoud, restauratie en beleefbaarheid van dit unieke erfgoed. Ook worden expertise en ervaringen gedeeld om dit erfgoed zo goed mogelijk voor nu en voor toekomstige generaties te behouden.

Deze landgoederenzone, ook Hollands Buiten genoemd, ligt grotendeels in ons Nationaal Park Hollandse Duinen. Het gebied doet al eeuwen dienst als de groene longen van de overvolle randstad. Een mooi gebied om te recreëren, te wonen en kleinschalig te ondernemen.

donderdag 6 april 2023

 

VLEERMUIZEN OP TE WERVE

Zo tegen de schemering verlaten de bezoekers – moe van al het moois - landgoed Te Werve. De merel fluit een afscheidslied. Het groen kleurt steeds donkerder. Langzaam maar zeker wordt het stiller, in de verte nog de roep van de uil. Dan wordt het helemaal stil. Niets of niemand meer op het landgoed. De rust is perfect…..

Ja, dat dacht u! Maar dat is een grote vergissing. Een grote groep bewoners staat juist op om aan de slag te gaan: onze vleermuizen! Overdag zelden te zien, vanaf de schemering soms als een schicht voorbij scherend. Wie met een bat detector zou luisteren hoort een kakofonie van ultrasone geluiden! Het park leeft, óók ’s nachts.

Gelukkig hebben we Rudy van der Kuil, één van onze vrijwilligers; een gekend en erkend deskundige, autoriteit op het gebied van vleermuizen. Zelf is ie erg bescheiden over z’n kennis, maar hij weet er echt zóveel van. Tijd voor een vraaggesprek.

 

Foto: Marcus Bouma, watervleermuis in winterslaap

Waar zitten die vleermuizen en welke? Er zijn immers twee soorten vleermuizen: dieren die van hout houden, die zitten in bomen. En de dieren die liever staan, die vaak in huizen zitten. “Op Te Werve komen van de boombewoners zeker drie soorten voor: de grootoorvleermuis, de rosse vleermuis en de watervleermuis. Verder komen er heel veel vleermuizen van buiten Te Werve ingevlogen om er te foerageren. Je moet dan denken aan soorten als de gewone dwergvleermuis, de ruige dwergvleermuis en de laatvlieger. Ze kruipen in boomholtes of spleten in bomen. Dat kan zijn in holen die spechten hebben gemaakt, of bijvoorbeeld achter loszittend schors van een boom, of in andere holtes of spleten”. Tegen de avond vliegen ze uit om voedsel te zoeken. ”Wie met een bat detector luistert hoort dat er dan van alles gaande is; soms is het ontzettend druk in de nacht”.

Van de schoolboeken weten we dat ze insecten eten. “Ja, dat klopt. Maar deze drie soorten zijn wel gespecialiseerd, hebben als soort hun eigen gebiedjes. De grootoorvleermuis pikt de insecten op van de bladeren, vliegt ook gemakkelijk tussen het gebladerte door. De grootoor kan zelfs ‘bidden’: stil blijven hangen in de lucht om het goeie moment te kiezen”.

De watervleermuis vist op het Meer? ”Inderdaad, deze soort vliegt laag over het water en pakt het insect op van het wateroppervlak”.

Blijft er dan nog een plekje over voor de rosse vleermuis? “Geen zorgen, die kijkt verder dan zijn rosse neus lang is; hij kan langdurig vliegen. Ziet er geen probleem in even op en naar bijvoorbeeld Gouda te gaan voor zijn avondmaaltijd”.

Onder de indruk van die kennis vraag ik of we deze nachtdieren ook overdag kunnen zien of tegenkomen. Nou neen, we kunnen hoogstens op een warme dag de rosse vleermuis zien die een enkele keer bij daglicht al de lucht in gaat. “Misschien om even te drinken”.

Als de nacht eindigt gaan ze terug naar hun slaapplaatsen, hoog in de bomen. “De vrouwtjes vormen daar in dit jaargetijde groepen, ze zijn zwanger en blijven na de geboortes nog een tijdje hun jongen verzorgen”.

Ik had nog willen vragen of ze bijten en droomde ervan dat Rudy dan zou zeggen: “Jazeker, maar donateurs laten ze altijd met rust”. Maar ik durfde niet….

Wat een mooi verhaal. Overdag op het droge de vogels, in het water de vele vissen. In de lucht altijd de talloze vleermuizen. Ons mooie landgoed, waar dag en nacht het leven uitbundig wordt gevierd!   

MvL01042023

   

   

woensdag 8 maart 2023

 

WAAR ZIJN DE SLEUTELS GEBLEVEN….?

 

Wie heeft er niet zijn of haar sleutels een keer laten vallen? Oppakken en doorgaan is dan het devies. Maar als ze heel, héél erg diep vallen? Dan wordt het een lastig verhaal. Maar dat kan wel tot iets moois leiden…..

Zo blijkt uit onderstaand verhaal van het IVN.

 

In de Germaanse mythologie gaf de sleutelbloem de ‘sleutel’ tot een schat. Vandaag de dag denken we aan een schatkist vol goud en zilver. Maar in die lang vervlogen tijden werd waarschijnlijk een schat aan inzicht en wijsheid bedoeld. In de Middeleeuwen is deze Germaanse mythe gekerstend, maar ze verwijst nog steeds naar geestelijke schatten: hemelse rijkdom. Een slordige Petrus speelt in deze christelijke mythe een hoofdrol.


Petrus was één van de twaalf apostelen van Jezus en na zijn dood werd hij de bewaker van de hemelpoort. Aan zijn riem rammelden grote gouden sleutels die toegang gaven tot alle hemelse gewelven en het was zijn taak de ‘goede zielen’ in het hemels paradijs te verwelkomen en de ‘slechte zielen’ naar de hel te verwijzen.
Op een van de eerste voorjaarsdagen van het jaar was Petrus een beetje sloom geworden door het warme lentezonnetje en hij sukkelde in slaap op de luie stoel voor de hemelpoort. Hij was zo slaperig dat hij vergat de sleutels aan zijn riem te klikken zodat die, terwijl hij zat te snurken, uit zijn handen vielen. Vele uren later viel de sleutelbos op aarde.


Een klein meisje dat in het veld aan het spelen was hoorde de zware sleutels in de weide vallen. Het goud glinsterde geel in de zon. Omdat ze aanvoelde dat het belangrijke sleutels waren, durfde ze deze niet op te pakken en ze rende naar huis om haar ouders te vertellen over de wonderbaarlijke sleutels die uit de lucht waren gevallen.


Maar toen de sleutels uit zijn handen glipten, schrok Petrus meteen op uit zijn dutje, riep een engel en stuurde die naar de aarde om ze op te halen. Tegen de tijd dat de ouders van het opgewonden meisje in de weide waren aangekomen, bleken de sleutels al weer verdwenen. Maar op de plek die het meisje aanwees, straalden prachtige, helder gele bloemen, bloemen die ze nooit eerder hadden gezien. De bloemen hingen aan de zijkant van de stengel, zoals sleutels aan een sleutelbos. Ze begrepen dat ze bijzonder waren en daarom noemden ze de nieuwe bloemetjes sleutelbloemen.


                             


Omdat ze uit de hemel afkomstig waren, dachten de ouders dat onder de plant een schat verstopt was. Toen ze na voorzichtig graven niets vonden wisten ze toch zeker dat het hen in de nabije toekomst voorspoed zou brengen. Daarom verzorgden ze de plant heel goed, waardoor hij zich over grote gebieden kon verspreiden.

De sleutelbloem heet in het Latijn Primula, wat eersteling betekent. Hij bloeit als een van de eerste planten in de zeer vroege lente. In de lage landen komen drie soorten voor: de gulden of echte sleutelbloem (Primula veris), de slanke sleutelbloem (Primula elatior) en de stengelloze sleutelbloem (Primula vulgaris). Ze zijn allemaal geel van kleur

.
In Europa groeien de meeste soorten sleutelbloemen vooral in de bergen, waar ze roze, rood, paars en wit van kleur zijn. Door achteruitgang van de goede leefomgeving zijn inheemse sleutelbloemen in Nederland zeldzaam en daarom wettelijk beschermd. De wortels zijn bitter en smaken naar anijs en werden vroeger gebruikt bij ziekten omdat de sleutelbloem een heilige plant was die ‘duivelse kwalen’ als jicht en reuma genas. Met veel suiker bereid werd het een veel gebruikt hoestmiddel. De gecultiveerde planten worden in het voorjaar veel verkocht.

Bovenstaande tekst is – met toestemming – ongewijzigd overgenomen van IVN.nl

maandag 13 februari 2023

 

WILGEN KNOTTEN – ZAGEN AAN DE ZIEL VAN RIJSWIJK?

Het is weer zover: eens in de drie jaar knotten we de wilgen op Te Werve. De wilg is een mooie boom, heel geschikt om de strook langs het Meer te markeren. Groeit snel, een prachtige boom om naar te kijken. Zeker in de winter wanneer de kale takken van geknotte wilgen een mooi grafisch beeld aftekenen tegen de witte of blauwe lucht. Een karakteristieke boom voor het natte Hollandse landschap.

We knotten de wilgen voordat de takken te dik worden en je er niet meer met de (hand)zaag bij kunt komen. Omdat het snelle groeiers zijn leidt dat tot volle bossen losse takken en takjes: de wilgentenen. In vroeger tijden – tot z’n jaar of vijftig geleden - werden de taaie wilgentenen in ons land vaak gebruikt voor het vlechten van manden en schuttingen. In hele grote aantallen werden ze verwerkt tot zinkstukken voor de bescherming van dijken en beschoeiingen. Gebundeld in bossen met een touwtje er omheen zijn ze onder de prachtige naam “wiepen” nog altijd te koop in gespecialiseerde bedrijven. Zinkstukken zijn ook massaal gebruikt bij de inpolderingen in het IJsselmeer. Wie vandaag de dag een kwekerij van dit soort rijshout wil zien moet eens afreizen naar de indrukwekkende griendgronden bij Rhoon, vlak onder Rotterdam. Als het water niet te hoog staat kun je daar uitstekend wandelen.




Een wilg kun je kweken met zaad, maar veel gemakkelijker is het stekken. Zaag een stevige tak af, een zogenaamde “poot”, zet ‘m in vochtige of zelfs natte grond en aanschouw het wonder: de nieuwe wilg. Je kunt daarvoor lange, maar ook korte poten gebruiken. Inderdaad, zo zijn in Den Haag de Lange Poten en de Korte Poten ontstaan.

“Rijshout”, het woord is zojuist gevallen. En daar hebben we in Rijswijk wel wat mee. Is de naam van onze gemeente daar niet van afgeleid? Rijswijk als plaats waar zoveel wilgen groeien. Het zou heel goed kunnen. De Gemeente zelf is er vast van overtuigd: al vanaf de zeventiende eeuw siert de wilg het wapen van Rijswijk. U kent het wel, de wilgentak op een wapenschild, stevig vastgehouden door een stoere leeuw. Die waait niet weg!

Het is een heel waarschijnlijke verklaring. Of het echt klopt is niet helemaal zeker, zo leert ons “Rijswijk, nu…en vroeger”, de brochure die de Historische Vereniging Rijswijk in 2019 schreef en als cadeau bij hun 35-jarig jubileum op elke deurmat in Rijswijk liet vallen. Want in 1083 werd het woord Rijswijk al genoemd; in een Latijnse kroniek werd gesproken over Deddo van Rijswijk. Was hij de naamgever van onze eeuwenoude woonplaats? Nooit meer wat gehoord van of over deze Deddo. In 1267 wordt er voor het eerst gesproken over de parochie van Rijswijk. Is dat de bron? Nou ja, alles kan, misschien komen we dat ooit nog eens te weten.     

Voorlopig knotten we onze ruim 50 wilgen met een gerust hart. We hebben niet de indruk dat we daarmee zagen aan de ziel van Rijswijk.

 

Mvl11022023

Foto: Gerda Idsinga

 

 

woensdag 11 januari 2023

D’R ZIT HELEMAAL GEEN VISCH IN!

Tja, daar zit ie dan, de enthousiaste visser. Heeft ie net voor bijna 300 euro een hengel gekocht, een zitstoel, een schepnet, prachtig molentje, lokaas, haakjes en kunstaas, maar hij vangt niks! Uren zitten staren naar een onbeweeglijke dobber, niks gevangen, hoe kom je daarmee thuis?

U bent niet de enige die de vraag stelt: als je niks vangt, zit er dan geen vis in of kun je niet vissen?

De vraag is net zo oud als het Meer van Te Werve: al in 1924 werd er geklaagd. Maar niet iedereen was overtuigd: “Omdat enkele leden van de vischsportclub, die zich verbeeldden heele visscherspieten te zijn met hun puttes en petten, hengeltjes en emmertjes, de visch niet aan de haak konden krijgen, vertelden ze overal rond, dat er geen visch zat in den vijver van Te Werve”. 

Het bestuur had er genoeg van: “Het moest nu maar eens worden uitgemaakt, ineens en voorgoed. De ongeloovigen zouden zich met eigen oogen kunnen overtuigen, de kwaadsprekers met vischmassa’s den mond gestopt worden, want visch zàt er. Wat drommel”.

Klare taal van een bestuur dat de klagers wel eens een lesje zou leren!

En zo werd er een datum geprikt waarop de feiten – nou ja, de vissen - boven tafel – nou ja, in het net – zouden komen. Een (helaas onbekend gebleven) auteur zou verslag doen van deze “… belangrijke gebeurtenis op vischsportgebied”. De pers was uitgenodigd, in Scheveningen had men een reuzenet van 200 meter lang gevonden. Het Meer zou worden uitgekamd, van links tot rechts. Om de verwachte grote opbrengst af te zetten waren er afspraken gemaakt met lokale vishandelaren. Al vroeg toog men aan de slag: een paar man werd aan de ene kant geposteerd, een aantal aan de andere kant. Het net werd over het water gespannen. Trekken met vele handen, het net wordt ingehaald: “De zak nadert. Het is dieptreffend de aangezichten der visschers te zien. Wangspieren trillen van nauwelijks bedwongen hartstocht. De adem stokt – nog enige meters net. Plotseling een onderdrukte kreet. – Een lang zwart ding wordt even zichtbaar, duikt dan weer onder. Ontzettende spanning. Dan duikt een Scheveninger voorover en trekt naar zich een dikke zwarte plank. – Met verbeten woede wordt deze ver op den kant geworpen. Het wordt weer niets,……plotseling een zilverblinking, een plets op het water. Een wild stemmenrumour breekt los: ‘Ja, ja’, gillen eenigen. ‘Ze zitten erin’, hijgt een andere stem. Dan komt met een ruk het net geheel op den kant en … iemand …. werpt een flinke snoek en twee enorme karpers in het gras, waar zij geweldig tekeer gaan. ……..”.

Dus tóch vis, dan nog maar even door gaan: “Nu direct nog een trek. De strijdlust wakkert aan”. Ho ho, eerst even bijtanken: snert eten en sherry drinken om aan te sterken voor het vervolg. Inmiddels komt ook de burgemeester van Rijswijk de plechtigheid opluisteren, gevolgd door zijn “Rijswijcksen politieinspecteur”.  

In de boot waarin de journalist al die tijd wordt rondgevaren geniet de roeier intussen van het landschap: “Waarlijk, niemand die zich niet op een herfstdag als deze op het meer heeft laten drijven, weet wat Te Werve eigenlijk beteekent voor ons personeel. Een juweel, een staal echte Hollandsche schoonheid. Lucht, water, riet. Een goddelijke symphonie in kleur, in blauw, zilver en goud’. 

Ook de volgende dag wordt er nog een paar keer met het lange net gevist. De opbrengst bestaat uit een paar grote karpers, snoek, baarzen en brasems. Eén paartje karpers wordt gespaard; andere karpers gaan terug in het Meer. Het personeel mag het restant van de vangst meenemen. Ach, “Weinig visch, mooie dag!”

De afspraken met vischhandelaren om de verwachte grote opbrengst op te kopen kunnen worden afgezegd.

Mvl 09012023

Bron: De Bron, maandblad van het personeel der verbonden petroleum-maatschappijen. Nov 1924.