donderdag 2 oktober 2025

 
STRANDWAL EN HET MEER VAN TE WERVE
 
Afgelopen week vond voor de 16e keer het Strandwalfestival plaats in Rijswijk. Waar komt die naam eigenlijk vandaan en wat heeft deze met landgoed Te Werve te maken?

Ongeveer tienduizend jaar geleden kwam er een eind aan de laatste ijstijd. Door het smeltwater begon het water in de oceanen te stijgen. Het duurde nog vijfduizend jaar voordat de drooggevallen Noordzee weer werd gevuld met water. Bij deze “doorbraak” werden enorme hoeveelheden zand verplaatst. Door de stroming van het water ontstond een muur van zandbanken, van Monster tot Bergen aan Zee.

De Rijswijkse strandwal stak een meter boven het water uit en was ongeveer vierhonderd meter breed. Door aanhoudende westenwinden ontstonden er duinen op de strandwal.
Pas vijfhonderd jaar later ontstond de Haagse strandwal, hierdoor verplaatste de zee zich westwaarts en kwam er een eind aan de duinvorming op de Rijswijkse strandwal.
Tussen de Haagse en Rijswijkse strandwal vormde zich een veengebied, waar heel veel later de Schilderswijk en Laakkwartier gebouwd werden.

De zee slaagde erin om bij vloed op sommige plekken het land weer binnen te dringen, daardoor ontstonden diepe geulen in het veengebied. In en nabij de geulen werd zand en lichte klei afgezet.
Een grote geul bij Rijswijk, de Gantel, had een uitloper die doodliep op de strandwal. Op deze later verzandde uitloper zou Te Werve gebouwd worden.

Vanaf het jaar 1000 begon men, eerst op primitieve wijze, het water weg te laten lopen en de landzijde van de strandwal te ontginnen. Deze laaggelegen gebieden werden gebruikt als weidegrond. Op de hoger gelegen delen werd landbouw bedreven en er ontstonden bossen. Op het strandwal gedeelte en de omringende weidegronden is de landgoederenzone ontstaan waarvan Te Werve onderdeel is. Op Te Werve zijn nu nog restanten te vinden van het duingebied.



De duinen van de strandwal werden in de loop der tijden nagenoeg allemaal afgegraven en gebruikt voor ophoging van de lage veengebieden.

De laatste bewoner van Te Werve was Abel Labouchere. Hij was eigenaar van aardewerkfabriek “De Porceleyne Fles” in Delft. Buurman aan de Van Vredenburchweg,  was vleeshandelaar Joh.H.H. Moll.

Op een ochtend in 1908 zag Labouchere, op het land van zijn buurman, een bouwkeet verrijzen. Bij navraag bleek dat er zand afgegraven zou worden. Het verhaal ging dat nadien de zandput gevuld zou worden met Haags huisvuil. Dat vond Abel Labouchere helemaal geen goed idee.

Hoe het precies is gegaan is niet helemaal duidelijk maar buurman Moll en Labouchere dienen een tijdje later samen een verzoekschrift in bij het Hoogheemraadschap van Delfland voor het uitkleien en ontgronden van een aantal percelen. Als de Put eenmaal is uitgegraven is Abel Labouchere de enige eigenaar.

Het uitgegraven zand dient voor het ophogen en bouwrijp maken van de Laakhaven terreinen waar de gemeente Den Haag een abattoir wil bouwen.


Met een enorme machine, “De ijzeren man”, werd het zand uitgegraven en zo ontstond het meer van Te Werve.

IG 2-10-2025

 bron en foto`s: publicatie(2015) Natuur- en Cultuurhistorische Vereniging Te Werve en het boekje “Het Meer van Te Werve”, Stichting Rijswijkse Historische Projecten 2011 en “De Santvaerders van Rijswijk”, een publicatie van de natuur- en cultuurhist. vereniging Te Werve

Geen opmerkingen:

Een reactie posten