donderdag 6 juni 2024

 

DE GROENE SPECHT – BETER VOOR HET MILIEU?

Er zijn wat spechtensoorten! In Europa tellen we er tien: de kleine, de middelste en de grote bonte. De zwarte, de drieteen-, de witrug- en de Syrische bonte specht. De grijskopspecht en de draaihals. En… de groene specht.

U zult ze zeker niet allemaal te zien krijgen; sommige komen niet in ons deel van Europa voor, of vliegen hoogstens als dwaalgast een rondje boven de Nederlanden. Wij moeten het vooral doen met de grote bonte (die met dat rode kontje), de kleine bonte specht (ietsie groter dan een huismus), de zwarte specht (de grootste van alle spechten, denk qua formaat maar aan een kraai en helemaal zwart met rode alpino). En…. de groene specht. Daarover wat meer. Want we horen hem elke dag op Te Werve, maar bijna niemand van de bezoekers herkent hem. Daar komt bij dat ie erg schuw is, hij komt niet zomaar even langs vliegen.

Neen, het is geen milieuspecht, ingehuurd om een groen imago te geven aan het terrein. Hij was altijd al op het landgoed, ver vóór de stikstofproblemen.

Zijn verblijf heeft te maken met de gazons en onze open groene vlakten. Hij is namelijk gek op rode mieren die daarin zitten. Hij doet niets liever dan zijn zeer lange tong eens lekker door een mierennest te halen. Hoe meer van die kruipertjes eraan blijven hangen hoe beter! Last van mierenzuur? Daar heeft ie nog nooit van gehoord. Het probleem van afnemende aantallen rode mieren heeft ie opgelost door zijn menu uit te breiden met zwarte mieren. Ach, what’s in a name? Maar ook motten en andere insecten worden niet versmaad.

Waar hangt ie rond? Hij verschuilt zich in bomen bij open stukken grasland. Geen echte bosvogel, meer een bewoner van parken. En daar kun je ‘m aantreffen: aan de randen van ons terrein. Al van afstand kun je ‘m horen. Hij heeft een heel typerende roep: hij lacht! Ha, ha, ha, ha klinkt het. Niet te missen voor wie hem eenmaal heeft geïdentificeerd.

Maar ook zijn – of haar – speciale manier van vliegen is opvallend. Na elke drie of vier vleugelslagen laat ie die vleugels even hangen. Daardoor maakt de groene specht diepe golvende bewegingen als ie vliegt.   


Pasfoto van onze held: ongeveer zo groot als een stadsduif. De bovenkant is groengrijs, de onderkant is helemaal grijzig. De stuit is felgeel. Z’n kruin onmiskenbaar rood. Maar zo onschuldig als ie is heeft ie wel een “bandietenmaskertje” rond de ogen (is ie daarom zo onbekend?). Luid roffelen doet de groene specht niet. Dat is weggelegd voor andere familieleden.

De staart is kort en heel behulpzaam om tegen de boomstam steun te zoeken.  

Voor bijna alle spechten geldt dat de snavel het belangrijkste instrument is. Daar wordt voortdurend mee gehakt; dat vraagt om goed materiaal. De snavel heeft daarom een stevige hoornlaag en een harde beitelvormige punt. Maar er is meer nodig: de schedel van een specht is extra dik, het voorhoofdsbeen is versterkt en enkele spieren zitten vast aan schedel èn snavel. En dan heeft ie ook nog extra dikke nekspieren om hard te kunnen hakken; die werken tevens als schokdempers. Om stevig te staan heeft ie daarnaast nog scherpe tenen, vóór én achter. Zo’n type wil je ’s nachts niet tegenkomen in een donker straatje! Maar de specht is er blij mee; een nestje hakken in een boom blijft een hele klus, maar hij kan het aan zonder zware hoofdpijn te krijgen.

Dus als u op Te Werve een beetje hinnikend gelach hoort, dan weet u waar het geluid vandaan komt!

Zie ook: www.natuurmonumenten.nl

mvl 05062024

Geen opmerkingen:

Een reactie posten