woensdag 6 juli 2022

 

ZE VRETEN ALLES KAAL!

“Ach, wat sneu, dat hele boompje wordt opgevreten. Wat jammer nou!” Tja, dat is een voor de hand liggende reactie als je de jonge appeltjes en de blaadjes helemaal ingepakt ziet met een web vol rupsjes. De spinselmot heeft toegeslagen! Je kunt het geknaag niet horen, maar reken erop dat ze vreten. Doodspuiten? Doe maar niet!

Het ene jaar wat meer, het andere jaar wat minder, maar de spinselmot is een terugkerend verschijnsel. En het gaat niet om een enkel rupsje, neen, de hele vriendenkring komt mee en ze blijven allemaal eten.

Wilt u bij kennissen en vrienden een geleerde indruk maken, dan vraagt u natuurlijk losjes om welke stippelmot het gaat. Er zijn namelijk – zo meldt Wikipedia – meer dan 700 soorten: de Amblyzancla araeoptila, de Anaphantis aurantiaca, de Calamotis prophracta en ga zo maar door. De genoemde website noemt er 443; gelukkig komen de meeste soorten alleen in de tropen voor. Maar ze hebben ook gewone namen: wit naaldkwastje, het grijze naaldkwastje, rode duifmot, de kardinaalsmutsstippelmot, de vogelkersstippelmot, meidoornstippelmot, wilgenstippelmot, appelstippelmot. Voor elke boom- of struikensoort lijkt er een eigen stippelmot te zijn. Kleine verschilletjes, maar wat ze gemeen hebben is dat ze flinke stukken struik, maar als het moet ook een ouwe fiets helemaal kunnen inpakken.

Dat doen ze niet zomaar: het web moet vijanden verhinderen dat ze opgevreten worden.

Maar ook daar – het is net de echte-mensenwereld – is wat op gevonden. Mezen en dan met name koolmezen weten daar handig mee om te gaan en lusten de rupsjes rauw.

Op Te Werve waren de afgelopen weken de appelbomen de pineut. Ze stonden in de volle belangstelling van de appelstippelmot.

Hoe komen ze daar terecht? Nou, niet van de ene op de andere dag. In de zomer zet de vlinder eitjes af op jonge takken. Die komen aan het eind van de zomer uit: minuscule rupsjes houden zich de hele winter schuil tot het voorjaarszonnetje gaat schijnen. Dat is voor hen het startsein om te gaan vreten aan de jonge blaadjes. En zoals iedereen weet zijn alle rupsen Rupsjes Nooitgenoeg die flink dooreten.

Na het stadium van het eitje en het stadium van rups worden de volgende fasen doorlopen: verpoppen en zich als vlinder uitvouwen. Nachtvlinders in dit geval. Wittig met bruine delen en zwarte stippeltjes. Spanwijdte zo’n 2 cm. En dan begint de hele cyclus weer overnieuw.

Zijn ze gevaarlijk voor mens, plant of dier? Nee, niks aan de hand. Vogels en dan vooral koolmezen vinden het lekkere hapjes. Mensen doen ze niets (“wij zijn geen eikenprocessierupsen, wat denk je wel”), de plant gaat er niet aan dood. Die overleeft deze aanslag wel. Misschien nog in hetzelfde seizoen, anders volgend jaar lopen de takken weer gewoon uit en komen er weer nieuwe appeltjes. Het is wel een treurig beeld, zo’n ingepakte afgevreten tak, dat wel.

Bestrijden? Laat maar. Chemisch doen we sowieso niet. Met een stevige waterstraal kun je er wel een heleboel van af spuiten. Aangetaste takken kun je afknippen. Je kunt ook de natuurlijke vijanden stimuleren: koolmezen verleiden met nestkastjes, oorwormen lokken met gepaste middelen omdat die de stippelmot zo lekker vinden.

Maar ja, zeg nou zelf: moeten we echt oorwormen gaan lokken?

Foto’s: Rob Mostert

Mvl05072022

Geen opmerkingen:

Een reactie posten