ZE VRETEN
ALLES KAAL!
“Ach, wat sneu, dat hele boompje wordt opgevreten. Wat jammer nou!” Tja, dat is een voor de hand liggende reactie als je de jonge appeltjes en de blaadjes helemaal ingepakt ziet met een web vol rupsjes. De spinselmot heeft toegeslagen! Je kunt het geknaag niet horen, maar reken erop dat ze vreten. Doodspuiten? Doe maar niet!
Het
ene jaar wat meer, het andere jaar wat minder, maar de spinselmot is een
terugkerend verschijnsel. En het gaat niet om een enkel rupsje, neen, de hele
vriendenkring komt mee en ze blijven allemaal eten.
Wilt
u bij kennissen en vrienden een geleerde indruk maken, dan vraagt u natuurlijk
losjes om welke stippelmot het gaat. Er zijn namelijk – zo meldt Wikipedia –
meer dan 700 soorten: de Amblyzancla araeoptila, de Anaphantis aurantiaca, de
Calamotis prophracta en ga zo maar door. De genoemde website noemt er 443;
gelukkig komen de meeste soorten alleen in de tropen voor. Maar ze hebben ook
gewone namen: wit naaldkwastje, het grijze
naaldkwastje, rode duifmot, de kardinaalsmutsstippelmot, de
vogelkersstippelmot, meidoornstippelmot, wilgenstippelmot, appelstippelmot.
Voor elke boom- of struikensoort lijkt er een eigen stippelmot te zijn. Kleine
verschilletjes, maar wat ze gemeen hebben is dat ze flinke stukken struik, maar
als het moet ook een ouwe fiets helemaal kunnen inpakken.
Dat doen ze niet zomaar: het web moet vijanden verhinderen dat ze opgevreten worden.
Maar ook daar – het is net de echte-mensenwereld – is wat op gevonden. Mezen en dan met name koolmezen weten daar handig mee om te gaan en lusten de rupsjes rauw.
Op Te Werve waren de afgelopen weken de appelbomen de pineut. Ze stonden in de volle belangstelling van de appelstippelmot.
Hoe komen ze daar terecht? Nou, niet van de ene op de andere dag. In de zomer zet de vlinder eitjes
af op jonge takken. Die komen aan het eind van de zomer uit: minuscule rupsjes
houden zich de hele winter schuil tot het voorjaarszonnetje gaat schijnen. Dat
is voor hen het startsein om te gaan vreten aan de jonge blaadjes. En zoals
iedereen weet zijn alle rupsen Rupsjes Nooitgenoeg die flink dooreten.
Na het stadium van het eitje en het stadium van rups worden de volgende fasen doorlopen: verpoppen en zich als vlinder uitvouwen. Nachtvlinders in dit geval. Wittig met bruine delen en zwarte stippeltjes. Spanwijdte zo’n 2 cm. En dan begint de hele cyclus weer overnieuw.
Zijn ze
gevaarlijk voor mens, plant of dier? Nee, niks aan de hand. Vogels en dan
vooral koolmezen vinden het lekkere hapjes. Mensen doen ze niets (“wij zijn geen
eikenprocessierupsen, wat denk je wel”), de plant gaat er niet aan dood. Die
overleeft deze aanslag wel. Misschien nog in hetzelfde seizoen, anders volgend
jaar lopen de takken weer gewoon uit en komen er weer nieuwe appeltjes. Het is
wel een treurig beeld, zo’n ingepakte afgevreten tak, dat wel.
Bestrijden?
Laat maar. Chemisch doen we sowieso niet. Met een stevige waterstraal kun je er
wel een heleboel van af spuiten. Aangetaste takken kun je afknippen. Je kunt ook
de natuurlijke vijanden stimuleren: koolmezen verleiden met nestkastjes,
oorwormen lokken met gepaste middelen omdat die de stippelmot zo lekker vinden.
Maar ja, zeg nou zelf: moeten we echt oorwormen gaan lokken?
Foto’s:
Rob Mostert
Mvl05072022
Geen opmerkingen:
Een reactie posten