maandag 25 oktober 2021

 

EEN PRIKKELEND PLANTJE

 Op Te Werve groeien talloze plantensoorten, maar van weinig soorten zijn zóveel exemplaren te vinden als van de brandnetel. Tienduizenden. Klein, groot en hartstikke groot. In randen en hoekjes, groeiend onder de banken, hangend over de paden. Het is opvallend is hoeveel tongen de brandnetel weet los te maken: iedereen heeft er wel een gevoel bij. De één vervloekt ze vanwege de pijnlijke aanraking, de ander ziet er een geboortecentrum in van de prachtigste vlinders. Sommigen prijzen de heerlijke thee die je ervan schijnt te kunnen maken, anderen roemen de smakelijke bijdrage die een brandnetel geeft aan een zomerse salade. En dan hebben we het nog niet gehad over de geneeskundige krachten die aan de plant worden toegekend. Laten we eens verder kijken naar dit fenomeen.

Hoewel ze sprekend op elkaar lijken, zijn er – in ons land - twee soorten brandnetels. De kleine wordt hoogstens een halve meter, de grote kan wel vijf keer zo hoog worden. De kleine wortelt op een klein plekje. Wie een grote brandnetel met wortel en al uit de grond wil halen trekt slierten omhoog van wel drie tot vier meter. Die lopen de hele tuin door. Het meest opvallend aan beide soorten zijn de naaldjes op het blad: de brandharen. Niet die haartjes zijn het probleem, het is het mierenzuur dat in je huid komt. Een minuscule hoeveelheid, maar genoeg om je humeur een uur lang uit de comfortzone te trekken.

Mierenzuur, dat is de boosdoener. Nou ja, boosdoener, de stof komt voor in talloze dieren en planten als verdedigingsmiddel, maar wordt soms zelfs toegevoegd aan levensmiddelen als conserveermiddel of om de zuurgraad te regelen. Denk aan vruchtensap, groente en fruit in blik. Dan heeft het de onschuldige naam E236: een door de Europese Voedselveiligheidsautoriteit geaccepteerde stof die wordt toegevoegd aan levensmiddelen. Maar zuur blijft het. En dat prikkelt. Ook bijen en wespen zijn daarvan op de hoogte en gebruiken het om ons op afstand te houden.

En toch zijn er dieren die de brandnetelblaadjes met smaak verorberen. Dat verklaart de liefde van vlinderliefhebbers voor de brandnetel: de rupsen van de atalanta, de dagpauwoog, de kleine vos, de gehakkelde aurelia, het landkaartje. Zij laten zich volgens de Vlinderstichting de blaadjes goed smaken. Maar ja, die blaadjes zitten ook vol mineralen en vitaminen. De rupsjes Nooitgenoeg, je hoort ze bijna smakken. Flink dooreten zou ik zeggen! 

Misschien zit daarin ook de waarde voor de brandneteltheedrinkers. Volgens de site mens-en-gezondheid zijn er mensen die in het voorjaar een paar kopjes brandnetelthee per dag drinken om hun lichaam te ontgiften. Lijders aan “reuma, spit, jicht of ischias zouden baat hebben bij het drinken van brandnetelthee omdat brandnetel de uitscheiding van urinezuur stimuleert, ontstekingsremmend en pijnstillend” is. Te Werve als apotheek!

Maar wat eet de brandnetel zelf? Ook daar raken we een gevoelig punt. Want dan komt het grote actuele probleem naar voren: stikstof. Daar moeten we preciezer in zijn. Stikstof en stikstofgas zit gewoon in de lucht: het vormt zo’n 80% van de lucht om ons heen. Het probleem zit ‘m niet in de stikstof, maar in de stikstofoxiden, de stikstofdioxiden en de stikstof-waterstofverbinding ammoniak. Je ruikt ze niet allemaal, maar ze zijn er wel! Stikstof is goed voor planten, maar ook hier geldt: te veel is verkeerd. Door een teveel aan stikstof groeien sommige soorten (denk aan de brandnetel en de braam) veel harder dan andere soorten en verdringen die. In meren en plassen leidt al die stikstof tot algengroei en daardoor tot een gebrek aan zuurstof in het water. De biodiversiteit neemt af: minder soorten planten en dieren.

Raakt dat ook Te Werve? Nou, ik denk van wel. Kijk eens op onderstaand kaartje van het KNMI/ESA dat Milieucentraal.nl publiceerde. Zoek op waar Te Werve ligt en kijk naar de kleur van dat gebied. Nederland stoot 4x zoveel uit als het EU-gemiddelde. Tel uit je winst……………. 

 


Mvl25-10-2021

Geen opmerkingen:

Een reactie posten