maandag 29 maart 2021

Uit het rijke geheugen van Bart Tent

KRUIWAGENS VOL KARPER

Ach, wat ziet het er vandaag de dag allemaal vredig uit. De Burgemeester Elsenlaan met daarnaast het brede water, eindigend bij de kinderboerderij met tamme herten, een kalme Lakenvelder koe, schuchtere schapen en parmantige pauwen. 

Neem van mij aan: dat is wel eens anders geweest! En ook Te Werve was daarbij betrokken.

Voor dit blog putten we uit het rijke geheugen van de onlangs overleden Bart Tent. Een man met honderden verhalen, gebaseerd op eigen waarneming en uit oneindig bronnenonderzoek. Gelukkig schreef ie alles op wat de moeite waard was. Soms in eigen publicaties die in het Koetshuis van de stencilmachine rolden, soms in druk van een vereniging of andere organisatie, soms op de website van Te Werve. Hier maken we gebruik van een verhaal dat hij publiceerde in het jaarboek 2003 van de Rijswijkse Historische Vereniging.

Het verhaal begint met het Balkengat. Dat was de populaire naam van dat brede water naast de huidige Burgemeester Elsenlaan. De eigenlijke naam was Prinsenvijver. Omdat het Prins Frederik Hendrik was die de sloot (die er al lag) had laten verbreden tot 10 meter. 

De naam Balkengat is in zwang gekomen toen de firma Visbach van de houtzaagmolen aan de Vliet op die plek bomen in het water ging leggen. Als ze goed doorwaterd waren, konden ze weer terug naar het Jaagpad. Daar werden ze gezaagd en gedroogd in open houten loodsen op de werf. Pas in 1979 zou de molen (of wat daar nog van over was) worden gesloopt. 

In dat Balkengat was een dam aangelegd. In de jaren twintig, zo meldde Bart, had een zekere  heer Wijsman daar water gepacht van Domeinen om er een viswater van te maken. Het pachtcontract werd gesloten voor zes jaar. Het contract, vermeldde onze Bart, stond op naam van Wijsman en zou na zijn dood niet zomaar overgaan op naam van de erfgenamen. Er is daar veel vis gevangen. “Een bijzonder gezicht, sommige Rijswijkers herinneren zich dat nog, was de grote schuur waar de koppen van de gevangen snoeken als trofeeën waren bevestigd… De kieuwen werden iets uitgebogen en daardoorheen werden ze vastgespijkerd”, aldus Bart. 


In 1956 overleed de heer Wijsman. De vergunning ging nu naar de Rijswijkse Hengelsportvereniging. Dat was tegen het zere been van de familie Wijsman. De familie, zo gaf Bart aan, “was daar zo boos over, dat ze besloot ‘hun’ vis niet over te dragen aan de nieuwe concessiehouder”. Dus moesten de karpers uit het water worden gehaald. Het afgedamde deel werd daarom leeggepompt. Tja, daar zit je dan met die karpers! Het Meer van Te Werve, dáár konden ze heen. Het vervoer gebeurde met kruiwagens, waar nat gras in werd gelegd, zodat de vissen in leven bleven tijdens het korte ritje. 

Sensatie in de Rijswijkse viswereld, dat mag duidelijk zijn. Maar de karpers waren veilig op Te Werve! Tot op de dag van vandaag. 

Bronnen: Bart Tent, Karpers. In Jaarboek 2002 Historische Vereniging Rijswijk

Het Rijswijkse Bos, groene enclave met rijk verleden. Stichting Rijswijkse Historische Projecten. Silvia Roes 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten