donderdag 28 mei 2020

LANGE ZOEKTOCHT EINDIGT IN …… PORTIERSWONING TE WERVE

Eén van onze leden is Eddie van Roon. Als historicus is ie flink gaan graven in zijn eigen verleden. Op zoek naar zijn overgrootouders kwam hij – met hulp van Bart Tent – uit bij Te Werve, waar zijn overgrootvader tuinbaas was en woonde in de portierswoning. Hieronder het boeiende verhaal van Ed.

Hans en Grietje-huisje
In de volksmond werd het wel genoemd naar het sprookje, de woning die in 1913 gereedkwam bij de ingang van het landgoed. En zeg nou zelf, dat huisje is toch een sprookje? De eerste bewoners bleken na een lange speurtocht mijn overgrootouders!  

Iedereen die weleens genealogisch onderzoek heeft gedaan, weet dat het in dit digitale tijdperk niet moeilijk is om jaartallen en namen te vinden. Anders is het met het opsporen van de verhalen achter die data. Van voorouders van bescheiden afkomst die een leven leidden zonder uitglijders die hen voor rechtbanken of kerkenraden brachten, zijn weinig documenten terug te vinden. Maar soms lacht het geluk de nieuwsgierige onderzoeker toe. Dat was wat mij overkwam toen ik op zoek ging naar het verhaal achter de jaartallen van mijn overgrootouders van moeders kant: Johannes Coenraad Werner en Petronella Biesmeijer. Johannes Coenraad was in 1858 in het Gelderse Opijnen geboren en tuinman van beroep toen hij in 1885 trouwde met Petronella, dochter van een Delftse sigarenmaker. Mijn moeder had me ooit verteld dat mijn overgrootvader op Te Werve had gewerkt. Maar navraag bij familieleden naar oude brieven, ansichtkaarten, foto’s of wat dan ook, het leverde niets op … Tot ik onverwachts een bericht kreeg van mijn neef Mike Werner uit Canada: “I have a plate that I want you to see”. 

Hij bleek een mooi bewaard gebleven Delfts Blauw bord te hebben met de namen van onze overgrootouders en de jaartallen 1885-1910. Was dit bord de opening naar het verhaal achter de droge jaartallen? Een cadeau voor hun 25-jarig huwelijksfeest? Maar van wie? En waarom Delfts Blauw? Een tweede geluk was dat ik in contact kwam met dé deskundige over Te Werve: Bart Tent. 
Ik wist dat mijn overgrootvader niet voorkwam op een foto uit ongeveer 1885 van eigenaar Willem Anne baron van Pallandt met hondje en tuinpersoneel. Maar Bart kwam met een andere foto waarop mijn overgrootvader stond als tuinbaas! Het werk van een tuinbaas was veelomvattend en een nauwe samenwerking met de heer des huizes een vereiste. 

Een droom werd werkelijkheid
Te Werve was in 1892 gekocht door Abel Labouchere, eigenaar van de Delftse aardewerkfabriek De Porceleyne Fles. Het verband met het bord was snel gelegd. Vooral omdat de – inmiddels - Koninklijke Porceleyne Fles bevestigde dat het bord in 1909 bij hen was handgeschilderd. Op de achterkant staan de jaarcode AE en de initialen van schilder J.T.M. Visser. Hoogstwaarschijnlijk was Labouchere dus de opdrachtgever geweest. De verstandhouding tussen tuinbaas en eigenaar lijkt ondanks het standsverschil uitstekend te zijn geweest. De beste aanwijzing daarvoor is de tuinmanswoning die Labouchere in het verlengde van de grote verbouwing van het landhuis in 1910 liet bouwen. Mijn overgrootvader, zijn echtgenote en hun twee zonen, werden de eerste bewoners. Een droom ging in vervulling: wonen en werken van de tuinbaas liepen van toen af aan door elkaar heen. Mijn overgrootouders bleven daar tot de komst van de Bataafse Petroleum Maatschappij in 1922. Ze zullen al die jaren ongetwijfeld hebben gepronkt met het Delfts Blauw bord aan de muur of op de schoorsteenmantel. Ruim tien jaar leefden ze in een pittoresk huisje op een mooi landgoed niet ver van de langzaam oprukkende stad. Het vertrek zal ze zwaar zijn gevallen…. Daarover later meer.  

Eddie van Roon

23-5-2020

Geen opmerkingen:

Een reactie posten