Nachtblauwe berging voor Balik Papan en Tjepoe
Exotische taferelen in ons park? Jazeker en dat maakt duidelijk dat Te Werve een plek is met vele kanten: groen, schoon, betoverend mooi, een lange boeiende historie en lijntjes naar tal van plaatsen op de wereld.
Neem nu de botenloods. Wie regelmatig op het terrein komt zal het zijn opgevallen dat de verfkleur op z'n retour was en is vervangen door een nieuwe blauwzwarte verflaag: zwart als het donker is, blauw als de zon er op schijnt. Met witte vlakken in de fraaie vakwerkdeuren aan voor- en achterkant. Na zoveel jaren was het tijd voor een nieuwe verflaag. Zo komen onze monumenten nóg mooier in beeld.
Want een monument is het. In 2006 is de botenloods opgenomen in het register van Rijksmonumenten. Vanwege "de architectonische vormgeving en het materiaalgebruik".
"Als gaaf voorbeeld van een botenhuis in een recreatiepark..." en "vanwege de functioneel-ruimtelijke relatie met de andere onderdelen van de buitenplaats", zo geeft het register aan.
Een botenloods is bedoeld voor boten, dat mag helder zijn. En daarom is deze pas in 1925 gebouwd, 15 jaar nadat het meer was gegraven. In 1922 had de Bataafsche Petroleum Maatschappij het terrein gekocht om er een recreatiegebied van te maken voor haar personeel. De aankoop gaf ruimte aan de sportieve wensen van de medewerkers. Voor de Canadese kano's en de wherries van de roeiers was een bergplaats nodig. Vandaar de botenloods; zo konden de boten vanaf 1925 zorgvuldig worden opgeborgen. Elke boot had een eigen plaats in de loods, op de muren aan de binnenzijde aangeduid met hun namen: de Corona, de Woodriver, de Curaçao, de Balik Papan en de Tjepoe. De namen verwijzen naar raffinaderijen van de Bataafsche in Curaçao, Illinois, op Java en op Borneo. Die namen staan nog steeds op de binnenwanden van de loods. Toch beviel die plek niet, al in 1929 werden de boten verplaatst naar de andere kant van het terrein, dichter bij het water. De botenloods werd opslag voor tuingereedschap. Twee keer nog werd er een deel aan bijgebouwd. Toen de Shell het terrein verliet werd een deel van de ruimte in gebruik genomen door de Event Company; de rest werd gebruikt door het Zuid-Hollands Landschap als stalling voor een tractor, boswerktuigen, pompen en ander materieel. Van botenloods naar landbouwschuur. Bedoeld voor een lange periode van tevreden rust. Maar op vrijdag 19 mei 2000, rond 3 uur in de middag, sloeg het....... (wordt vervolgd).
Bronnen: Rijksmonumentenregister, Kees Kort en Te Werve Nieuws juni/juli 2000.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten