maandag 10 maart 2025

 

(KORST)MOSSEN

Een paar weken geleden werd er een groep IVN-natuurgidsen in opleiding losgelaten op Te Werve. Ze bekeken bomen met loepjes en zaten op hun knieën in het mos te turen. Zelfs de twee beelden van Van Rees, die flink groen zijn geworden, werden met loepjes bekeken. “Moet je hier kijken, deze korstmossen zijn wel heel bijzonder”. Een les over mossen en korstmossen, eerder die week, werd enthousiast aan de praktijk getoetst.

Er zijn enorm veel soorten en variëteiten van zowel mossen als korstmossen. Je hebt een loep nodig om de prachtige vormen te kunnen onderscheiden. Er gaat een hele nieuwe wereld open als je met een loep onverwacht prachtige bekervormen ontwaart, die je met het blote oog niet kunt zien.

Mossen worden beschouwd als primitieve landplanten die eerder in de evolutie zijn ontstaan dan de varens en de varenachtige. Het zijn mini sporenplantjes van enkele millimeters  tot 10 cm groot. Ze hebben stengels met blaadjes maar geen vaatbundels zoals planten. De vochtopname gaat via het bladoppervlak, dat meestal maar één cellaag dik is. Mossen groeien bijna overal, meestal op vochtige plekken. Elk soort heeft zo zijn eigen voorkeur. Ze groeien vaak dicht op elkaar gepakt in matten of kussens o.a. op rotsen, bodem of op de stammen van bomen. Mossen zijn gevoelig voor luchtvervuiling.

Een korstmos of licheen, waarvan de leeftijd kan oplopen tot wel duizend jaar, is een samenlevingsvorm van een schimmel met een alg. Beide soorten hebben baat bij de onderlinge interactie.  Een alg kan zelfstandig leven maar een schimmel, die de groeivorm bepaalt, niet. Algen maken suikers van CO2 en water. De schimmel haalt voedsel uit levende algen maar beschermt tegelijkertijd de alg tegen uitdroging, UV-straling en vraat.

Korstmossen hebben verschillende groeivormen, de korstvormige liggen dicht op het substraat(ondergrond) en de bladvormige zitten met kleine “worteltjes” (rhizinen)aan de ondergrond gehecht. Struikvormige groeivormen zitten aan één kant aan het substraat gehecht.

Korstmossen groeien meestal op drogere plekken en ze groeien langzaam(0,01 tot 2 cm per jaar). Ze zijn gevoelig voor luchtverontreiniging, doordat ze water uit de lucht halen, krijgen ze de vervuiling direct binnen. Er zijn korstmossen die verdwijnen door stikstof(ammoniak), zoals Gewoon schildmos, Eikenmos en Melig takmos.  Er zijn ook korstmossen, die blauwwieren bevatten, die van stikstof houden zoals het Groot dooiermos, Poedergeelkorst en Kapjesvingermos.

Bij het BLWG (Byrologische en Lichenologische Werkgroep) loopt een onderzoeksproject en kun je meehelpen om de effecten van stikstof op het platteland en in de natuur te meten met korstmossen op bomen.

Al met al is er veel te vertellen over de korstmossen waar je toch al gauw langsheen loopt omdat ze niet zo opvallen. Zeker als je erop gewezen wordt zie je steeds meer verschillende soorten korstmossen op allerlei plekken. En als je dan ook nog toevallig een loep bij je hebt….val je van de ene verbazing in de andere!

 

IG 5-3-2025

Bron: IVN en Wikipedia

Geen opmerkingen:

Een reactie posten