(KORST)MOSSEN
Een paar weken geleden werd er een groep IVN-natuurgidsen in
opleiding losgelaten op Te Werve. Ze bekeken bomen met loepjes en zaten op hun
knieën in het mos te turen. Zelfs de twee beelden van Van Rees, die flink groen
zijn geworden, werden met loepjes bekeken. “Moet je hier kijken, deze
korstmossen zijn wel heel bijzonder”. Een les over mossen en korstmossen,
eerder die week, werd enthousiast aan de praktijk getoetst.
Een korstmos of licheen, waarvan
de leeftijd kan oplopen tot wel duizend jaar, is een samenlevingsvorm van een
schimmel met een alg. Beide soorten hebben baat bij de onderlinge
interactie. Een alg kan zelfstandig leven
maar een schimmel, die de groeivorm bepaalt, niet. Algen maken suikers van CO2
en water. De schimmel haalt voedsel uit levende algen maar beschermt
tegelijkertijd de alg tegen uitdroging, UV-straling en vraat.
Korstmossen hebben verschillende
groeivormen, de korstvormige liggen dicht op het substraat(ondergrond) en de
bladvormige zitten met kleine “worteltjes” (rhizinen)aan de ondergrond gehecht.
Struikvormige groeivormen zitten aan één kant aan het substraat gehecht.
Korstmossen groeien meestal op
drogere plekken en ze groeien langzaam(0,01 tot 2 cm per jaar). Ze zijn
gevoelig voor luchtverontreiniging, doordat ze water uit de lucht halen,
krijgen ze de vervuiling direct binnen. Er zijn korstmossen die verdwijnen door
stikstof(ammoniak), zoals Gewoon schildmos, Eikenmos en Melig takmos. Er zijn ook korstmossen, die blauwwieren
bevatten, die van stikstof houden zoals het Groot dooiermos, Poedergeelkorst en
Kapjesvingermos.
Al met al is er veel te vertellen
over de korstmossen waar je toch al gauw langsheen loopt omdat ze niet zo
opvallen. Zeker als je erop gewezen wordt zie je steeds meer verschillende
soorten korstmossen op allerlei plekken. En als je dan ook nog toevallig een
loep bij je hebt….val je van de ene verbazing in de andere!
IG 5-3-2025
Bron: IVN en Wikipedia