maandag 18 november 2024

 Afscheid van Martin van Leeuwen

Op woensdag 23 oktober hebben wij,  tijdens de jaarlijkse borrel voor de vrijwilligers van Landgoed Te Werve, afscheid genomen van de zeer gewaardeerde vrijwilliger Martin van Leeuwen.

Martin is sinds juni 2015 een zeer trouwe, handige en gezellige vrijwilliger geweest van Landgoed Te Werve. Wij zijn hem zeer dankbaar. Er is een mooie foto samenvatting gemaakt (door Jeanette Groenman) van de seizoenen ter gelegenheid van het afscheid van Martin.

fotoalbum

Niet alleen Martin werd op deze woensdagmiddag in het zonnetje gezet, ook op alle andere vrijwilligers hebben we geproost! Wij zijn blij met hun enorme inzet om het landgoed zo mooi te onderhouden. Wij hopen nog lang te kunnen genieten van al het werk dat verricht wordt door deze fijne groep mensen.

Foto's van de borrel: 

                                                       



 

woensdag 30 oktober 2024

 

ZWAMMEN

Wat is het toch mooi in deze tijd van het jaar. Het lijkt wel of er een explosie van paddenstoelen heeft plaatsgevonden, ook op Te Werve. Vaders en moeders komen met hun kinderen kijken naar de - rood met witte stippen - vliegenzwam van kabouter Spillebeen. De paddenstoelen zijn te zien vanaf het fietspad en spontaan komen mensen vragen of ze even dichterbij mogen kijken.

vliegenzwam

De vliegenzwam is een heel bekende soort maar er staan nog zoveel meer prachtige soorten op Te Werve met heel bijzondere namen. Namen die nieuwsgierigheid opwekken, zoals grauwgroene hertenzwam, spekzwoerdzwam, tonderzwam, plooivoetstuifzwam, sombere honingzwam en de zeer zeldzame korstkogelzwam. Geschubde inktzwam, porseleinzwam, zwavelkopje, biefstukzwam en ijsvingertjes die voorkomen van de noordpool tot in de tropen. Die laatste worden vaak gevonden, na korte vochtige periodes, op dood hout van loofbomen. En dan ben ik nog lang niet volledig. De lijst is onuitputtelijk.


Porseleinzwam

Er zitten eetbare soorten tussen maar ook soorten die heel erg giftig zijn. Ik zou me er niet aan wagen!

Een zwam die opvalt is de platte tonderzwam. Het is een houtige zwam die niet eetbaar is. De tonderzwam is een schimmel, een parasiet die groeit op verzwakte bomen totdat deze afsterven. De zwam kan een intensieve witrot veroorzaken. Als een boom eenmaal is aangetast door deze parasiet dan is deze ten dode opgeschreven. Het proces verloopt traag en kan vele jaren duren. Als de boom eenmaal  is geveld gaat de tonderzwam door als saprofyt, wat wil zeggen dat hij verder leeft op dood hout.

De platte tonderzwam heeft een waaiervormige hoed van 10 tot wel 40 cm groot, is roestbruin van kleur en heeft een witte rand. De zwam is van belang voor de voortplanting van veel insectensoorten. Sommige kevers en bijvoorbeeld de sluipwesp leggen er hun larven in. De larven doen zich te goed aan het vruchtvlees.

De tonderzwam heeft zijn naam te danken aan het feit dat vroeger de zwam werd gebruikt voor het maken van tondel, een licht ontvlambaar poeder. Dit poeder stopte men in een tondeldoos, een smal metalen busje. Met een stuk ijzer en een vuursteen werd een vonk gemaakt en het poeder ontvlamde. De vlam werd weer gedoofd door gauw de deksel weer op het busje te doen. Men schoof daarna de bodem van de tondeldoos omhoog zodat het poeder weer tot aan de rand kwam. Aan het einde van de 16e eeuw werd deze tondeldoos gebruikt als aansteker. Pijproken was populair in die tijd.

Verder wordt mijn nieuwsgierigheid gewekt door de biefstukzwam. Deze zwam lijkt werkelijk op een rauwe biefstuk. Op de grote tamme kastanje achter het landhuis zit een prachtig exemplaar. Inmiddels is deze al een beetje aan het verschrompelen, maar wat was ie mooi. Deze zwam is een echte herfstpaddenstoel en komt vaak voor op levende eiken en is sporadisch te vinden op tamme kastanjes. De biefstukzwam is waaiervormig en heeft een smal aanhechtingspunt. De hoed is rood van kleur en het vruchtlichaam is vleeskleurig, Het eetbare vlees is tot 5 cm dik en sappig, Er komt rood gekleurd vloeistof uit. De smaak is zuur en iets bitter. Niet iedereen is enthousiast over de smaak.

Biefstukzwam

Tot slot, giftige paddenstoelen zijn soms nauwelijks te onderscheiden van niet-giftige. Pluk geen paddenstoelen!

bron: obsidentify en wikipedia

IG 28-10-2024

 

 

woensdag 2 oktober 2024

 

VISSEN

Even voorstellen, twee enthousiaste vrijwilligers bij Vrienden van Te Werve; Thies-Jan en Iris. Zij werken in de allround ploeg mee en verzetten samen heel wat werk.

Bijzonder aan dit stel is dat zij allebei lid zijn van HSV Te Werve. Deze  hengelsportvereniging is onderdeel van Club Te Werve.

Je mag alleen vissen op Te Werve als je lid bent van HSV!

De vereniging is al 92 jaar actief op het Landgoed. Op dit

moment is er een ledenstop, zelfs de wachtlijst is vol lees ik op hun website. Het viswater heeft ongeveer 10 mooie visstekken. Er wordt gevist naar vissoorten als witvis, roofvis en karpers. De hengelsportvereniging zet ook regelmatig vis uit om de visstand in evenwicht te houden.

Thies-Jan vertelt dat de waterpompen - “bruisers” - op Te Werve door HSV bediend worden, hoe belangrijk het zuurstofgehalte van het water is en over het nut van waterplanten i.v.m. de waterkwaliteit. Er zijn in Te Werve niet heel veel waterplanten.

Op de website van Sportvisserij Nederland lees ik dat waterplanten van levensbelang zijn voor vissen. De planten fungeren als paaiplaats en als schuilplaats voor natuurlijke vijanden. “Veel vissen eten waterplanten of leven van de insecten en kreeftachtigen die tussen de planten voorkomen. Wateren kunnen echter ook dichtgroeien en dat is funest voor zowel de visstand als de sportvisserij.”

Thies-Jan is al van jongs af aan fan van het vissen. Als kind ging hij graag mee met zijn vader, ook een groot liefhebber van de vissport. Als puber vond hij het reuze spannend, alleen op pad met zijn eigen visspullen in z’n eigen tentje. Nu heeft hij zelfs een “nachtvis sticker” op zijn pasje van HSV.

                                       

Iris vergezeld Thies-Jan al jaren bij het vissen en begin dit jaar is ook zij lid geworden van de hengelsportvereniging. Je kunt het stel dan ook regelmatig heel relaxt aan de kant van het meer zien zitten met allerlei moderne visspullen om zich heen. Kort geleden zag ik ze samen zitten aan de waterkant, starend naar een in mijn ogen schattig klein op afstand bestuurbaar bootje. Daar moesten ze een beetje om lachen want het blijkt een geavanceerde voerboot te zijn. 

Een bait boat, voorzien van GPS, fishfinder, dieptemeter en autopilot, die je o.a. kunt gebruiken om (bij) te voeren en om het aas op een juiste plek neer te leggen. Karpers komen terug op de plek waar ze eten hebben gevonden. Voordeel van zo`n voerboot is dat je ook op van de waterkant onbereikbare plekken kunt vissen.

Er staan ook twee hengels uit, op een houder aan de waterkant. Mocht er toegehapt worden dan gaat er een piepje af. Ultramoderne vissers dus!

Op een plek waar het zonlicht in het water schijnt zie ik enorme zwermen kleine visjes. Dat zijn voorntjes, baars en brasem zegt Thies-Jan.

In het voor- en najaar doet dit koppel mee aan de “Carp Cup” wedstrijden. Voor en na de paai en in het najaar hebben de vissen het meeste voedsel nodig en is de kans op vangst het grootst.

Er zijn strenge regels waar je je aan moet houden als visser. O.a. op welke plekken je wel en niet mag vissen, de hoeveelheid hengels, welke lijnen en haken er wel en niet gebruikt mogen worden. Er zijn ook regels m.b.t. geluidsoverlast en het schoonhouden van de vis stek. Het afval moet je mee naar huis nemen en het is bijvoorbeeld verplicht een zogenaamde behoefte emmer bij je te hebben.

Het is verboden de vangst mee naar huis te nemen, de vis gaat altijd direct terug in het meer. Iris en Thies heb ik natuurlijk om foto`s gevraagd.

Als ik hen tot slot vraag wat nou de voornaamste beweegreden is voor hen om te gaan vissen, roepen ze allebei “RUST”.

IG 17-9-2024

 

donderdag 5 september 2024

 

HET HONDERDSTE BLOG van Martin van Leeuwen is onlangs verschenen. En om maar gelijk met de deur in huis te vallen; Martin vindt het tijd om het stokje over te dragen.

Enige tijd geleden, na een ochtend werken op het landgoed, heeft Martin aan de tuintafel achter het koetshuis zijn laatste blog over klaver voorgelezen. Zijn toehoorders waren collega vrijwilligers, Rozella de Klaver en Mirco Cuppens. Die  laatste twee kwamen aanzetten met een enorme taart en cadeaus om Martin te bedanken.

                                
    foto: JG

Rozella sprak Martin toe en vertelde hoe blij ze is met zijn vele mooie verhalen. Verhalen die op de site van Vrienden van Te Werve zijn vastgelegd voor het nageslacht.

Ze blikte terug op het eerste “koude” blog over schaatsen op Put en over pannetjes heet water om scheuren in het ijs te repareren. Verder noemde zij o.a. het verhaal over de vierde bel van Te Werve die nu in Ghana dienst doet als schoolbel. Een volleybalwedstrijd tussen Amerikanen en Russen. De flora en fauna van Te Werve, omgewaaide bomen en de zaagploeg die dan in actie komt. Peren uit de boomgaard waarvan appeltaart werd gemaakt. Kortom heel veel blogs over heel veel uiteenlopende onderwerpen.

De informatie voor zijn verhalen haalde Martin uit allerlei bronnen. “Het begon met ideeën: die zijn overal op het terrein te vinden. Planten en dieren, werkzaamheden, gebouwen: er is zoveel interessants. Achtergronden en informatie zijn te halen uit oude kranten en tijdschriften (vooral uit Delpher), boeken, Wikipedia, kennis die mensen op Te Werve hebben, van alles. Soms ook uit onderzoek dat eerder was gedaan, bijvoorbeeld door Kees Kort en Bart Tent. Of door Chris Gutjahr, die in zijn beroepsleven  geoloog was en dat als hobby voortzette op Te Werve.” Ook de jaarboeken van de Bataafse Petroleum Maatschappij werden regelmatig geraadpleegd. Martin vond het heerlijk om zaken over de historie van het landgoed op te zoeken. Zo’n verhaal zong dan dagen rond in zijn hoofd om uiteindelijk als blog te verschijnen op de site van Vrienden van Te Werve. Zijn verhalen werden altijd  geïllustreerd met een foto, bij voorkeur van Rob Mostert.

Als kind had Martin al plezier in het schrijven. In de zesde klas begon hij met een vriendje een schoolkrant. Later in zijn werkzame leven heeft hij veel geschreven, vaak over politiek. Maar Martin doet veel meer dan schrijven alleen. In de allround ploeg zie je hem zeer regelmatig werken aan de gebouwen op Te Werve, veel schilder-, onderhouds- en reparatieklussen en hij helpt natuurlijk mee in het groen.

Op 16 juni 2015 had Martin een eerste gesprek met Kees Kort, de dag erna is hij gestart als vrijwilliger. Hij loopt hier dus al ruim negen jaar rond!

“Deze parel in stedelijk gebied mede helpen in stand te houden”, noemt hij als drijfveer voor zijn enthousiaste inzet op dit landgoed. “Echt werken, dingen doen met je handen!” De prachtige natuur en het monumentale van Te Werve. Het uitstekende contact met eigenaren en het personeel van de Event Company. De prettige samenwerking over gezamenlijk gebruik van materialen e.d. en het overleg met Peter Schenk, verantwoordelijk voor het landhuis. “Dit alles draagt enorm bij aan het plezier van het werken op het landgoed.”

Aan zijn werk als vrijwilliger komt binnenkort een eind. Martin heeft besloten om per 1 november te stoppen. Aan mij de eer om de schrijverspen over te nemen. De pen die ik tijdens het eten van die enorme  taart van hem cadeau kreeg.

Dank je wel Martin, we hopen je nog vaak tegen te komen op Te Werve!

IG 31-8-2024

donderdag 25 juli 2024

 

KLAVER

Met Klaver kun je heel veel kanten op. Een soort die boeit en steeds verrast.

Dat maakt klaver iets bijzonders.

De bekendheid en de populariteit blijken niet alleen uit het feit dat de plant op zoveel plaatsen in de wereld groeit, maar ook uit het gegeven dat de naam in allerlei vormen en combinaties voorkomt.

Natuurlijk in de plantenwereld, vanwege de grote soortenrijkdom. Witte klaver, rode klaver,

rolklaver, hoornklaver, honingklaver, zelfs rupsklaver. Wie het internet afstruint vindt wel 200 soorten.

Maar ook op andere gebieden hoor je de term vaak: in het verkeer (het klaverblad) en in het spel (klaverjassen). Ook in de politiek? Nou, de naam van Jesse Klaver zal wel een andere achtergrond hebben.  

De plant behoort tot de vlinderbloemen en is te vinden over de noordelijke helft van de wereld. De Latijnse naam voor klaver is Trifolium en daarin herken je al een typisch kenmerk: Tri (drie) folium (blaadjes).

Klaver heeft een heel bijzondere eigenschap: het kan stikstof uit de lucht halen en in de grond brengen. Daarom zijn sommigen er blij mee: boeren die met de stikstof die klaver geeft minder kunstmest hoeven te gebruiken. Klaver als bodemverbeteraar.

Ook als veevoer scoort klaver hoog vanwege de calcium, de fosfor en het vele eiwit.

Klaver – de rode - doet het dus goed in de ecologische landbouw.

Anderen zien dat juist liever niet: nog meer stikstof in de grond.

En wie kent niet de thee die van gedroogde klaverbloempjes wordt getrokken. Of de honing van de klaverbloemen.

Maar laten we eerlijk zijn: bij klaver denken we al snel aan klavertjevier. Een zeldzaamheid, want de kans dat dit driebladige plantje vier blaadjes krijgt is héél erg klein: hoogstens 1 promille. Tja, dat vraagt wel even dóór zoeken!

Maar de magie ervan is groot: klavertjevier geeft liefde en geluk.

Of het waar is of niet - ik weet het niet zeker - maar het schijnt dat zeker één kasteelheer op Te Werve naarstig naar zo’n klavertjevier heeft gezocht. Dat mag je tenminste afleiden uit het gedicht dat hier ooit schijnt te zijn gevonden:

Een heer van stand van dit kasteel

die zocht zich suf naar klaver vier.

Wel drietjes maar die zocht ie niet.

Toen keek ie nog eens rustig rond

en zag: ‘t viertje dat zit hier!

 

Mvl240724

 

dinsdag 2 juli 2024

WIE IS TOCH DIE VREEMDE HEER…?

`Door de weide stap, stap, stap, op z`n lange benen. Met z`n vleugels klap, klap, klap, vliegt hij ginds daar henen. Wie is toch die vreemde heer…`

Een paar regeltjes van een kinderversje uit mijn jeugd. Het liedje gaat eigenlijk meer over ooievaars, maar die willen niet echt op Te Werve wonen lijkt het. Er staat een prachtig `nieuwbouw`-paalnest op het veld bij de voormalige sintelbaan maar ik geloof niet dat het al eens werd bewoond door een echtpaar ooievaar.

Wie we wel veel zien op Te Werve zijn blauwe reigers. Dat zijn ook best wel vreemde heren… Of zijn het dames en hoe zie je het verschil?

Op de website van Vroege Vogels lees ik dat de mannetjes en vrouwtjes blauwe reiger een identiek uiterlijk hebben. Dat het voor de reigers zelf kennelijk ook moeilijk is om de andere sekse te herkennen. `De hofmakerij gaat gepaard met veel ceremoniële gebaren. Uit de reacties op zijn gebaren kan de reiger opmaken of hij met een mannetje of vrouwtje te maken heeft.` Als dat niet vreemd is...

Blauwe reigers zijn respectabele vogels, 80-102cm hoog en de vleugels hebben een spanwijdte van wel 110-145cm. Op hun website beschrijft de vogelbescherming de blauwe reiger als volgt; `staand op hoge poten is de blauwe reiger niet moeilijk te herkennen. De naam 'blauwe' is misschien wat teleurstellend; de vogels zijn vooral grijs. Een blauwe reiger - zeker jonge vogels - kunnen er verfomfaaid uitzien. Maar een volwassen vogel, aan het begin van het broedseizoen, is prachtig om te zien. Een paar lange, sierlijk afhangende veren vanaf de zwarte kopstreep. Geeloranje dolksnavel, afhangende sierveren over keel en op de rug. De vlucht is traag, daarbij houdt de blauwe reiger de nek ingetrokken en lijkt daardoor wat 'kop-zwaar'. De poten steken in vlucht duidelijk achter het lichaam uit.` Werkelijk prachtig om te zien zo`n traag en laag overvliegende reiger!

En ken je dat geluid dat die beesten maken? Uit het niets een harde verdragende schreeuw, ik schrik er telkens weer van op.

Deze indrukwekkende vogels op landgoed Te Werve zijn echt om van te genieten. Vaak zit er ééntje op de reling van het witte bruggetje te chillen. Pas nog, langs het grachtje bij de botenloods, zag ik er ééntje razendsnel met z`n kop het water in schieten om vervolgens de prooi naar binnen te werken. Aan de rand van het grote meer staan de blauwe reigers ook graag, met veel geduld speurend naar de niet te versmaden rivierkreeftjes en natuurlijk vis, het hoofdbestanddeel van hun maal. Mollen en muizen staan ook op het menu. Dus ik denk dat het op Te Werve goed toeven is voor deze gasten. 


Blauwe reigers maken hun nest hoog in de bomen, ook daar voorziet het landgoed in. Alhoewel er veel nesten zitten in het aangrenzende Rijswijkse Bos. Ze hebben een voorkeur voor plekken waar rovers niet of moeilijk bij kunnen. Het mannetje verzamelt de bouwmaterialen en het vrouwtje bouwt het nest. Het  wordt meerdere jaren gebruikt en bestaat uit takken, soms aangevuld met riet- en waterplanten. Het nest kan door een roofvogel worden `gekraakt`. Dat lijkt me niet ondenkbaar want op Te Werve huizen ook verschillende soorten roofvogels. 

Blauwe reigers broeden van februari tot en met mei meestal in hun slordige kolonies in de bomen, maar steeds vaker ook solitair. De eieren, meestal vier tot zes stuks, worden in 23 tot 28 dagen uitgebroed en na een week of zes fladderen de jongen al een beetje rond, maar blijven vaak nog anderhalf tot drie weken op en bij het nest.

Ook in de stad is er een grote kans dat je reigers tegenkomt. Er zijn mensen die helemaal niet gek zijn op deze langpotige brutale vliegbeesten, er wordt nog weleens geklaagd dat de vijvers leeggeroofd worden door deze hardnekkige volhouders. 

Op de balustrade van mijn piepkleine balkonnetje, op een steenworp afstand van landgoed Te Werve, krijg ik ook zeer regelmatig bezoek van een blauwe reiger. Ik moet eerlijk bekennen dat het best ongemakkelijk voelt, zo`n vreemde heer met van die priemende ogen zo dicht op mijn huid in mijn eigen territorium. Haast niet te geloven dat het vroeger schuwe vogels waren.

IG 25-6-2024


donderdag 6 juni 2024

 

DE GROENE SPECHT – BETER VOOR HET MILIEU?

Er zijn wat spechtensoorten! In Europa tellen we er tien: de kleine, de middelste en de grote bonte. De zwarte, de drieteen-, de witrug- en de Syrische bonte specht. De grijskopspecht en de draaihals. En… de groene specht.

U zult ze zeker niet allemaal te zien krijgen; sommige komen niet in ons deel van Europa voor, of vliegen hoogstens als dwaalgast een rondje boven de Nederlanden. Wij moeten het vooral doen met de grote bonte (die met dat rode kontje), de kleine bonte specht (ietsie groter dan een huismus), de zwarte specht (de grootste van alle spechten, denk qua formaat maar aan een kraai en helemaal zwart met rode alpino). En…. de groene specht. Daarover wat meer. Want we horen hem elke dag op Te Werve, maar bijna niemand van de bezoekers herkent hem. Daar komt bij dat ie erg schuw is, hij komt niet zomaar even langs vliegen.

Neen, het is geen milieuspecht, ingehuurd om een groen imago te geven aan het terrein. Hij was altijd al op het landgoed, ver vóór de stikstofproblemen.

Zijn verblijf heeft te maken met de gazons en onze open groene vlakten. Hij is namelijk gek op rode mieren die daarin zitten. Hij doet niets liever dan zijn zeer lange tong eens lekker door een mierennest te halen. Hoe meer van die kruipertjes eraan blijven hangen hoe beter! Last van mierenzuur? Daar heeft ie nog nooit van gehoord. Het probleem van afnemende aantallen rode mieren heeft ie opgelost door zijn menu uit te breiden met zwarte mieren. Ach, what’s in a name? Maar ook motten en andere insecten worden niet versmaad.

Waar hangt ie rond? Hij verschuilt zich in bomen bij open stukken grasland. Geen echte bosvogel, meer een bewoner van parken. En daar kun je ‘m aantreffen: aan de randen van ons terrein. Al van afstand kun je ‘m horen. Hij heeft een heel typerende roep: hij lacht! Ha, ha, ha, ha klinkt het. Niet te missen voor wie hem eenmaal heeft geïdentificeerd.

Maar ook zijn – of haar – speciale manier van vliegen is opvallend. Na elke drie of vier vleugelslagen laat ie die vleugels even hangen. Daardoor maakt de groene specht diepe golvende bewegingen als ie vliegt.   


Pasfoto van onze held: ongeveer zo groot als een stadsduif. De bovenkant is groengrijs, de onderkant is helemaal grijzig. De stuit is felgeel. Z’n kruin onmiskenbaar rood. Maar zo onschuldig als ie is heeft ie wel een “bandietenmaskertje” rond de ogen (is ie daarom zo onbekend?). Luid roffelen doet de groene specht niet. Dat is weggelegd voor andere familieleden.

De staart is kort en heel behulpzaam om tegen de boomstam steun te zoeken.  

Voor bijna alle spechten geldt dat de snavel het belangrijkste instrument is. Daar wordt voortdurend mee gehakt; dat vraagt om goed materiaal. De snavel heeft daarom een stevige hoornlaag en een harde beitelvormige punt. Maar er is meer nodig: de schedel van een specht is extra dik, het voorhoofdsbeen is versterkt en enkele spieren zitten vast aan schedel èn snavel. En dan heeft ie ook nog extra dikke nekspieren om hard te kunnen hakken; die werken tevens als schokdempers. Om stevig te staan heeft ie daarnaast nog scherpe tenen, vóór én achter. Zo’n type wil je ’s nachts niet tegenkomen in een donker straatje! Maar de specht is er blij mee; een nestje hakken in een boom blijft een hele klus, maar hij kan het aan zonder zware hoofdpijn te krijgen.

Dus als u op Te Werve een beetje hinnikend gelach hoort, dan weet u waar het geluid vandaan komt!

Zie ook: www.natuurmonumenten.nl

mvl 05062024