woensdag 13 februari 2019

3,767358 Meter: niks meer, niks minder

Jarenlang stond ie in de botenloods, gewoon tussen de harken en de schoffels. Eenzaam, kaarsrecht, maar onopgemerkt: de Rijnlandse Roede. Een meetlat uit de oude doos. Inmiddels heeft ie een fraaie plek gekregen in het Te Werve museum: de uitstalling van uitzonderlijke én potsierlijke vondsten in de museumgalerie van het Koetshuis.

Vandaag de dag werken we met meters, centimeters, millimeters. Maar dat metrieke stelsel dateert van 1816. Vóór die tijd werd gemeten met de roede. Die was al veel ouder, maar werd in 1808 door de koning vastgelegd als maatstaf. De koning? Ja, Lodewijk Napoleon Bonaparte, Koning van Holland, de broer van dé Napoleon. Die was in ons land de echte baas. De Rijnlandse roede gold voor het departement Maasland, een Franse naam voor het gebied dat nu Zuid-Holland is. Maar de Rijnlandse was niet de enige roede: er was een Gooise roede, een Groningse, een Puttense, een Hondsbosse en Rijpse, een Amsterdamse en ga zo maar door. Ook in België waren er roedes; Nederland en België werden immers pas in 1830 gescheiden.



Grote voeten

De lengte van al die roedes verschilt. De Rijnlandse, zoals die van Te Werve, is 3,767358 meter lang, een flinke lat. De Amsterdamse meet 3,68 meter. Die van Putten 4,056 meter. Roedes zijn onderverdeeld in "voeten", meestal 12, soms 13 of 14. 



Het naamplaatje van de Haagse fabrikant M.J. Spruyt & Zonen op de Rijnlandse Roede

Die van ons telt 12 voeten. Als je die voeten uit de verschillende gebieden met elkaar vergelijkt, dan blijkt dat wij flinke voeten hadden: 31,39 cm. Amsterdammers bijvoorbeeld hadden voetjes van 28,3 cm, in Den Bosch hadden ze niet veel grotere: 28,75 cm.  

Lastig, al die verschillende maten. In 1937 werd de roede dan ook helemaal afgeschaft. 


Helemaal afgeschaft?

In héél Nederland afgeschaft? Nee, een kleine nederzetting bleef moedig weerstand bieden: Te Werve. Toen Kees Kort daar in 1942 werd aangenomen als tuinjongen voor de moestuin werden sla, aardappels, boontjes en bietjes keurig in rijen geplant, afgemeten met de Rijnlandse meetlat. De opbrengst van de tuin was bedoeld voor het hoofdbestuur van Te Werve. Maar óók het tuinpersoneel had ieder een eigen stukje grond, in de buurt van het tweede hockeyveld of bij de tennisbanen. Dat gaf in de oorlog een gezonde en welkome aanvulling op het dieet. En een lekker rokertje: want op Te Werve werd ook tabak geteeld. De grote bladeren werden eerst te drogen gehangen op de zolder van de Oranjerie en later elders versneden. Eigen teelt; zelfs onze Kees kon daaraan geen weerstand bieden! 
Na de oorlog werden de tuintjes overbodig. De Rijnlandse roede werd opgeborgen in een hoekje van de Duiventoren. Gelukkig werd ie daar in later jaren vóór de opruimwoede ontdekt en tussen het gereedschap in de botenloods geplaatst. Nu hangt ie - als het verreweg langste museumstuk - veilig in ons museum!

     

Mvl 7-2-2019

Geen opmerkingen:

Een reactie posten