maandag 8 mei 2023

 

BATAVEN AAN DE BAL

Voetbal op Te Werve. Daar had ridder Jan Ruygrock – eigenaar van Te Werve in het midden van de 15e eeuw - vast en zeker nooit aan gedacht. Maar een balletje kan raar rollen. En zo ontstond deze geschiedenis…..

Voetbal, een arbeiderssport. Nou, dat is maar gedeeltelijk waar. Het klopt dat het voetballen begon bij de fabrieksarbeiders die in hun pauze een beetje wilden ontspannen. Even een balletje trappen. Wie ooit heeft gevoetbald weet hoe dat gaat. Eerst drie tegen drie, zes tegen zes, maar er komt een moment dat je een echte tegenstander wil: de arbeiders van een andere fabriek.

Precies zo ging het bij de medewerkers van de Haagse kantoren van de Bataafsche Petroleum Maatschappij: in de pauze even naar buiten om een balletje te trappen. Maar je wil méér; je zoekt tegenstanders bij andere bedrijven en een veldje om te spelen, waar dan ook. Zelfs in een Haagse duinpan werd gevoetbald. Dan werd er eerst geloot wie “voor en wie na rust tegen de helling op moest spelen”.

Op een gegeven moment leek het de employees toch wel leuker om in vast competitieverband te gaan spelen. Zodoende werd op vrijdagavond 1 september 1916 in het toenmalige Shellkantoor aan de Lange Vijverberg de “Bataafse Voetbalvereniging” opgericht, met in het bestuur de heren C. Sauer, J.W. Faas, J.H. van Millingen en J. Jonker. Bataven aan de bal. Een veld wisten ze ook snel te krijgen, achter “Houtrust” op Scheveningen. Verkleedgelegenheid was er ook: een houten hok waar één elftal net in kon. De tegenstanders moesten er ook nog bij. Wassen? Zeker, in “De Beek”, het watertje op zo’n 50 meter afstand.            


De B.P.M.-ers deden het niet slecht; het eerste seizoen werd er 31 keer gevoetbald: 13 gewonnen, 5 gelijk, 13 verloren. Wie kent ze niet, de helden: Jonker, Faas, Latenstein, Oudshoorn, Botter, Vos, Ravelli, Huguenin.

Maar ja, een drassig veld speelt niet lekker. Jonkheer Loudon en de Gemeente hielpen verhuizen naar een droog terrein op Leimonias op Scheveningen. Met douches, doelpalen met netten en een buffet was dat stukken beter! Er was zelf een “bar-houdster”! Een jaar later al werden de ballen opnieuw ingepakt voor de verhuizing naar een grasveld tegenover het kantoor aan de Carel van Bylandtlaan.

En zo gingen de Bataven de periode 1920-1929 in. Sportieve uitstapjes naar “Stokvis” en “Van Ommeren” in Rotterdam. En een jaarlijkse wedstrijd tussen B.P.M. en een team van Ajax-veteranen. Die wedstrijden werden gespeeld als vóór-wedstrijd van de 1e Klasse ontmoeting Ajax-H.V.V. Met een vrachtauto, gehuurd van “Stokvis” werd het hele gezelschap van spelers en dames naar Groot-Mokum vervoerd. En na de wedstrijd lekker stappen in Amsterdam. 

En toen kwam Te Werve in beeld, aangekocht en ingericht door de Bataafsche als sport- en speelterrein voor het personeel. Met een “juweel van een voetbalveld”.  De Bataafse Voetbalvereniging werd omgedoopt tot H.V.V. Te Werve: Rijswijk als thuisbasis, maar statutair bleef het een Haagse voetbalvereniging.
Het nieuwe, prachtige voetbalveld werd op 23 september 1923 officieel ingewijd met een aantal serie-wedstrijden. Te Werve moest echter in de finale met 3-2 de eer laten aan de v.v. Van Ommeren. Ai, pijnlijk puntje.

Met ingang van het seizoen 1924-1925 ging de club meedoen aan de geregelde competitie van de Haagse Voetbal Bond. Te Werve werd ingedeeld in de 2e Klasse HVB maar het eerste seizoen was nog wel wennen, met matige resultaten.

Te Werve ging op zijn beurt ook weer een keer naar Londen, waar men ditmaal met 3-0 klop kreeg van Lensbury.

Het seizoen 1928-1929 werd onder de leiding van het bestuursduo Jonker en Rogman een succesjaar: kampioen van Afdeling 2 A van de Haagsche Voetbal Bond. Aan het einde van dit seizoen vierde Te Werve haar eerste jubileum (12,5-jarig bestaan) met een grote cabaretavond in de Haagse Dierentuinzaal tegenover het Malieveld. Jan Jonker, de toenmalige voorzitter van Te Werve, schonk de vereniging een clublied.

De jaren 1930 t/m 1939 waren succesvolle jaren voor de club. Er werd – eindelijk – een keer gewonnen van de Engelse Shell-concurrent Lensbury FC. Ook de Belgische Shell-spelers moesten, met 5-1, het onderspit delven tegen Te Werve. De “De Kok”-beker werd in triomf mee naar Nederland gevoerd.

Jubilea en kampioenschappen werden uitgebreid gevierd. Het 15-jarig bestaan weer met een zomertuinfeest met maar liefst 2.000 deelnemers. Een Beierse biertent, overvolle dansvloer, een vrolijke keuken, vuurwerk en een gondelvaart op het meer.  Alsjeblieft, kom daar vandaag de dag eens om!

In juni 1932 werd bij Te Werve voor het eerst een trainer in dienst genomen. Twee jaar later promoveerde de club naar de 1e Klasse van de HVB. Het ging van goed naar beter!

Natuurlijk was het 20-jarig bestaan van de club opnieuw reden voor een gezellig zomertuinfeest.

Vijf jaar later werden de trainingsfaciliteiten verbeterd. Niet alleen ’s zomers, maar voortaan ook ‘s winters werd er getraind, onder het licht van ………oude autolampen.

Vanaf 1939 wierp de oorlog zijn schaduw vooruit. Het ledental liep terug, de nazi’s bezetten een deel van Te Werve, razzia’s en hongerwinter verpestten het sportieve klimaat.

Pas in het seizoen 1945-‘46 kon het spel weer gewoon beginnen. De club groeide snel, er kwamen teams voor jongeren, een echte lichtinstallatie. Kortom: de bal was weer rond en kreeg steeds meer vaart.

Het legendarische voetbalveld is er nog steeds. Nu gekoesterd als prachtig open groen terrein, onderdeel van het fraaie Rijksmonument Landgoed Te Werve. Een balletje kan raar rollen…. 

MvL 08052023

Voor dit artikel is – met toestemming – uitgebreid geput uit de boeiende site www.dehaagsevoetbalhistorie.nl.

De foto is uit 1916, fotograaf onbekend.

 

 

Te Werve 1916 - kopie

Geen opmerkingen:

Een reactie posten